Logo
Woorden voor de wind


Overdenking voor 16 januari | Door John Piper | Desiring God

Woorden voor de wind

Denken jullie dat woorden bestraft kunnen worden, als de woorden van een wanhopige wind zijn? (Job 6:26, EV)

In verdriet, pijn en wanhoop zeggen mensen soms dingen die ze anders niet zouden zeggen. Ze schilderen de realiteit donkerder af dan ze het zouden de volgende dag af zouden schilderen tijdens zonsopgang. Ze zingen in mineur en spreken alsof dat de enige muziek is. Ze zien alleen wolken en spreken alsof er geen lucht is.

Ze zeggen, “Waar is God? Of: “Het heeft geen nut om verder te gaan.” Of: Er is geen hoop voor mij.” Of: Als God echt goed was, zou dit niet gebeurd zijn.”

Wat zullen we met deze woorden doen?

Job zegt dat het niet nodig is om hen te bestraffen. Deze woorden zijn wind, of letterlijk “voor de wind.” Ze zullen snel weggeblazen worden. Er zal een omkering plaatsvinden in de omstandigheden, de wanhopige zal ontwaken uit de donkere nacht en spijt hebben van zijn haastige woorden.

Het punt is daarom dat we onze tijd en energie niet moeten besteden aan het bestraffen van zulke woorden. Ze zullen vanzelf weggeblazen worden door de wind. Men hoeft de bladeren in de herfst niet van de boom te halen. Dat is verspilde moeite. Ze zullen er vanzelf afgeblazen worden.

O hoe snel verdedigen we God en soms de waarheid om woorden die alleen maar wind zijn. Als we konden onderscheiden, konden we het verschil zien tussen woorden met wortels en woorden die weggeblazen worden door de wind.

Er zijn woorden met wortels diep in de zonde en in het kwaad. Maar niet alle grijze woorden krijgen hun kleur van een zwart hart. Sommige zijn vooral gekleurd door de pijn en de wanhoop. Wat je hoort is niet de diepste kern. Er zit iets van waarheid in. Maar het is tijdelijk — als een voorbijgaande infectie — werkelijk, pijnlijk maar niet de ware persoon.

Laten we leren te onderscheiden of woorden tegen ons, God of tegen de waarheid gesproken worden of dat ze slechts voor de wind zijn — niet gesproken vanuit de ziel, maar vanuit de pijn. En als ze voor de wind zijn, laten we dan in stilte wachten en niet bestraffen. De ziel herstellen en niet het bestraffen van de pijn is het doel van onze liefde.

__