Overdenking voor 11 november 2014 | Door John Piper | Desiring God

Christus echter is getrouw over Zijn huis als Zoon. Zijn huis zijn wij, als wij tenminste de vrijmoedigheid en de roem van de hoop tot het einde toe onwrikbaar vasthouden. (Hebreeën 3:6)

De kerk van Jezus Christus is het huis van God vandaag. Dat betekent dat Jezus vanmorgen — niet alleen in de dagen van Mozes of in de dagen dat Hij Zelf op aarde was — maar ook vanmorgen onze Maker, onze Eigenaar, onze Heerser en onze Voorziener is. 

Hij is de Zoon; wij zijn de dienaren. Wij zijn het huisgezin van God. Mozes is één met ons in dit huisgezin, en hij is onze mededienaar door zijn profetische bediening. Maar Jezus is onze Maker, onze Eigenaar, onze Heerser en onze Voorziener. 

De tekst sluit af met te zeggen dat wij Zijn huis zijn — we zijn Zijn volk, we zijn deelgenoten van de hemelse roeping — “als wij tenminste de vrijmoedigheid en de roem van de hoop tot het einde toe onwrikbaar vasthouden.” Het bewijs dat we deel uitmaken van het huisgezin van God is dat we onze hoop niet weg gooien — Hebreeën 10:35 zegt: “Werp dan uw vrijmoedigheid niet weg, die een grote beloning met zich meebrengt” — we glijden niet af in onverschilligheid en ongeloof.

Christen worden en het Christen zijn gebeurt op dezelfde manier: Door op Christus te hopen — een soort hoop dat vertrouwen en roemen in Jezus teweeg brengt. 

Waar hoop je op vandaag? Waar zoek je naar vertrouwen? In jezelf? In een sluwe investering? In fysieke fitness-programma’s? In hard werken? In goed geluk? 

Het Woord van God voor jou vandaag is: “Let op Jezus.” En hoop op Hem. Dan zul je deel uitmaken van Zijn huis en dan zal Hij je Maker, je Eigenaar, je Heerser en je Voorziener zijn. 

__