Logo
Wij Wachten, Hij Werkt


Overdenking voor 7 oktober 2014 | Door John Piper | Desiring God


Ja, van oude tijden af heeft men het niet gehoord, men heeft het niet ter ore genomen en geen oog heeft het gezien, behalve U, o God, wat Hij doen zal voor wie op Hem wacht. (Jesaja 64:4)

Er zijn maar een paar dingen die me grotere vreugde hebben gegeven dan de waarheid dat God er van houdt om Zijn God-zijn te laten zien door voor mij te werken, en dat Zijn werken voor mij altijd voor, onder of in mijn werken voor Hem is. 

In eerste instantie klinkt dat misschien arrogant van ons, alsof we God kleineren als we zeggen dat Hij voor ons werkt. Maar dat komt alleen door het gevoel wat we erbij hebben, dat ik een werkgever zou zijn en dat God een baan nodig zou hebben. Dat is niet het gevoel wat de Bijbel er bij geeft als die spreekt over Gods werk voor ons. Zoals: “wat Hij doen zal voor wie op Hem wacht” (Jesaja 64:4).

De juiste manier waarop we moeten begrijpen dat God voor mij werkt is dat ik failliet ben en een vrijstelling nodig heb door een borg. Ik ben zwak en ik heb iemand nodig die sterk is. Ik wordt bedreigt en ik heb een beschermer nodig. Ik ben dwaas en ik heb iemand nodig die wijs is. Ik ben verloren en ik heb een Redder nodig. 

“God werkt voor mij” betekent dat ik het werk niet kan doen.

Dat verheerlijkt Hem in plaats van mij. De Gever krijgt de eer. De Krachtige krijgt de lof. 

Lees en wordt bevrijd van de last van het dragen van je last. Laat Hem het werk doen.

  1. Geen oog heeft het gezien, behalve U, o God, wat Hij doen zal voor wie op Hem wacht (Jesaja 64:4). 
  2. Hij wordt ook door mensenhanden niet gediend alsof Hij iets nodig heeft, omdat Hij Zelf aan allen het leven, de adem en alle dingen geeft (Handelingen 17:25).
  3. Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen (Markus 10:45).
  4. Want de ogen van de HEERE trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen is met Hem (2 Kronieken 16:9).
  5. Roep Mij aan in de dag van benauwdheid; Ik zal u eruit helpen en u zult Mij eren (Psalm 50:15).
  6. Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen; Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen, Ík zal dragen en redden (Jesaja 46:4).
  7. Integendeel, ik heb mij meer ingespannen dan zij allen; niet ik echter, maar de genade van God, die met mij is (1 Korinthe 15:10).
  8. Als de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan (Psalm 127:1).
  9. Als iemand dient, dan als iemand die dient uit kracht die God schenkt; zodat God in alles verheerlijkt wordt door Jezus Christus (1 Petrus 4:11).
  10. Werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven, want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen (Filippenzen 2:12-13).
  11. Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God heeft laten groeien (1 Korinthe 3:6).

__