Logo
Wie vertrouw je?


Wie vertrouw je?
____

Overdenking voor 4 juni | Door Charles Spurgeon
 

Op wie stelt u nu uw vertrouwen? (Jesaja 36:5)

Lees verder 2 Kronieken 14:1—15.

Ik rust met mijn hele ziel op het volbrachte werk van Christus en ik heb niets gevonden dat me doet vermoeden dat ik op iets rust waardoor ik mislukking zal ontmoeten. Nee, hoe ouder iemand wordt, hoe meer hij er van overtuigd wordt dat hij die door het geloof op Christus leunt, nooit bang hoeft te zijn. Hij kan in vrede en vertrouwen gaan want de bergen kunnen wijken en de heuvels zullen wankelen maar God en Zijn doel zullen niet veranderen.

Ja, God is ons vertrouwen waard. En ik denk dat we kunnen zeggen, om God bij anderen aan te prijzen, dat we op Hem kunnen vertrouwen voor de toekomst. We zijn op vreemde plaatsen en in behoorlijk bijzondere omstandigheden geweest de afgelopen tijd, maar Hij wierp ons nooit waar we in Hem niet alles konden vinden wat we nodig hadden. Daarom zijn we aangemoedigd te geloven, wanneer de donkere nacht van de dood zal komen, met haar verzameling van verschrikkingen, dat we geen kwaad zullen vrezen, want dezelfde God zal met ons zijn als onze hulp en onze schuilplaats.

Het Britse eiland Man heeft in haar wapen drie benen en hoe je ze ook draait, je weet dat ze altijd staan. Zo is het met de gelovige, het maakt niet uit hoe je hem laat vallen, hij zal iets vinden om op te staan. Werp hem in de dood, in het leven, in het hol van de leeuw, in de buik van de vis, werp hem in het vuur of in het water, de Christen vertrouwd nog steeds op Zijn God en ervaart Zijn aanwezigheid in de moeilijke tijden.

“Op wie stelt u nu uw vertrouwen?” We kunnen moedig antwoorden, “We vertrouwen op God, Zijn kracht raakt nooit uitgeput, Zijn liefde houdt nooit op, Zijn vriendelijkheid veranderd niet, Zijn trouw breekt nooit, Zijn wijsheid zal nooit tegenvallen en Zijn volmaakte goedheid kan nooit verminderen.”

Ter overdenking: Bestudeer de getuigenissen van iemand die op de Heere vertrouwd heeft (Psalm 28:7; 56:3–4,9–11; 73:28; 2 Korinthe 1:9–10). Mensen of materiële dingen kunnen je vertrouwen beschamen (Psalm 41:9; 52:7; 146:3; Spreuken 11:28). Op wie vertrouw jij?

Preek nr. 646
4 juni (onbekende datum)

__