Overdenking voor 2 januari | Door John Piper | Desiring God
Wat Jezus met de dood deed
En zoals het voor de mensen beschikt is dat zij eenmaal moeten sterven en dat daarna het oordeel volgt, zo zal ook Christus, Die eenmaal geofferd is om de zonden van velen weg te dragen, voor de tweede keer zonder zonde gezien worden door hen die Hem verwachten tot zaligheid. (Hebreeën 9:27—28
De dood van Jezus draagt zonden. Dat is het hart van het Christendom, het hart van het Evangelie en het hart van Gods grote verlossingswerk van de wereld. Toen Christus stierf, droeg Hij zonden weg. Niet Zijn eigen zonden. Hij leed voor de zonden die anderen gedaan hadden, zodat zij vrij konden zijn van zonden.
Dit is het antwoord op het grootste probleem in je leven, of je het nu voelt als het grootste probleem of niet. Er is een antwoord op de vraag of we, hoewel we zondaar zijn, weer recht tegenover God kunnen staan. Het antwoord is dat Christus’ dood een offer was “om de zonde van velen weg te dragen.” Hij nam onze zonden en droeg ze naar het kruis, en daar stierf Hij de dood die ik verdiende te sterven.
Wat betekent dat nu voor mijn sterven? “Het is voor [mij] beschikt eenmaal te moeten sterven.” Het betekent dat mijn sterven niet langer bestraffend is. Mijn sterven is niet langer een straf op de zonde. Mijn zonde is weggedragen. Mijn zonde is weggedaan door de dood van Christus. Christus droeg de straf.
Waarom moet ik dan sterven? Omdat het Gods wil is dat de dood in de wereld blijft, zelfs onder Zijn kinderen, als een blijvend getuigenis van de extreme gruwel van de zonde. In ons sterven tonen we nog steeds de uiterlijke gevolgen van de zonde in de wereld.
Maar de dood van Gods kinderen is niet langer Zijn toorn tegen hen. Het is onze ingang geworden tot de zaligheid, niet de veroordeling.
__