Logo
Wanneer moet ik mij schamen?


Wanneer moet ik mij schamen?
____

Overdenking voor 10 april | Door John Piper | Desiring God

 

Want toen u slaaf van de zonde was, was u vrij ten aanzien van de gerechtigheid. Wat voor vrucht dan had u toen van de dingen waarover u zich nu schaamt? Immers, het einde daarvan is de dood. (Romeinen 6:20—21)

Als de ogen van een Christen geopend worden voor het kwaad van zijn vroegere gedrag dan schaamt hij zich terecht. Paulus zegt tegen de Romeinse kerk. “Want toen u slaaf van de zonde was, was u vrij ten aanzien van de gerechtigheid. Wat voor vrucht dan had u toen van de dingen waarover u zich nu schaamt? Immers, het einde daarvan is de dood” (Romeinen 6:20—21).

Er is een goede plek om terug te kijken en de steek van pijn te voelen waarin we eens leefden op een manier die God zo minachtte. We zullen straks zien dat we niet verlamt moeten raken als we daarbij stilstaan. Maar een gevoelig Christelijk hart kan niet terugkijken op de dwaasheden van zijn jeugd zonder de echo’s van schaamte te voelen, ook niet als het allemaal recht is tussen jou en de Heere.

Schaamte die op zijn plaats is kan heel gezond en verlossend zijn. Paulus zegt tegen de Thessalonicenzen: “Als iemand niet gehoorzaam is aan ons woord door middel van deze brief, maak hem als zodanig bekend en laat u niet met hem in, opdat hij zich zal schamen” (2 Thessalonicenzen 3:14, EV). Dit betekent dat schaamte de goede en verlossende stap is in de bekering van een gelovige van een seizoen van geestelijke koudheid en zonde. Schaamte moet niet ten koste van alles vermeden worden. Er is plaats voor in Gods goede omgang met Zijn volk.

We kunnen concluderen dat het Bijbelse criterium voor misplaatste schaamte en de schaamte die op zijn plaats is, radicaal op God gericht is.

Het Bijbelse criterium voor misplaatste schaamte zegt: Schaam je niet voor iets wat God vereert, het maakt niet uit hoe zwak, dom, of verkeerd het je laat lijken in de ogen van anderen. En neem de schaamte van een werkelijk schaamtevolle situatie niet op je tenzij je op een of andere manier werkelijk in het kwaad verweven bent.

Het Bijbelse criterium voor een schaamte die op zijn plaats is, zegt: Schaam je als je meedoet met iets wat God onteert, het maakt niet uit hoe sterk, wijs of goed het je laat lijken in de ogen van anderen. 

__