Wanneer God tegen Zijn wil in gaat
____
Overdenking voor 29 mei | Door John Piper | Desiring God
Wanneer een mens tegen een mens zondigt, zullen de goden hem oordelen; maar wanneer een mens tegen de HEERE zondigt, wie zal dan voor hem bidden? Maar zij luisterden niet naar de stem van hun vader, want de HEERE wilde hen doden. (1 Samuel 2:25)
Er staan drie lessen voor ons leven in deze tekst.
1) Het is mogelijk om zo lang en zo zwaar tegen de Heere te zondigen dat Hij geen berouw meer zal geven.
Dat is de reden waarom Paulus zegt dat na ons zachtmoedige onderwijs “God hen misschien eens berouw geeft” — niet “God hen berouw zal geven” (2 Timotheüs 2:25). Er is een “te laat” in het leven van de zonde. Zoals er geschreven staat van Ezau in Hebreeën 12:17: “hij vond geen plaats van berouw, hoewel hij de zegen vurig en met tranen zocht.” Hij was verlaten, hij kon zich niet bekeren.
Dit betekend niet dat degenen die zich oprecht bekeren, zelfs na een heel leven van zondigen, niet gered kunnen worden. Dat kunnen ze zeker, en ze zullen ook gered worden! God is verbazingwekkend barmhartig. Kijk maar naar de moordenaar aan het kruis: “Heden zult u met Mij in het paradijs zijn” (Lukas 23:43).
2) God kan een zondig iemand er van weerhouden goed te doen.
“Maar zij luisterden niet naar de stem van hun vader, want de HEERE wilde hen doden.” Het luisteren naar de stem van hun vader was het juiste om te doen. Maar ze deden het niet. Waarom? “want de HEERE wilde hen doden.”
De reden waarom zij hun vader niet gehoorzaamden was omdat God een ander doel voor hen had. Hij gaf ze over aan de zonde en de dood. Dit laat zien dat de wil van Gods besluit soms afwijkt van de geopenbaarde wil van Gods gebod.
3) Soms worden onze gebeden voor Gods geopenbaarde wil niet verhoord omdat God iets anders voor een heilig en wijs doel heeft besloten.
Ik ga er vanuit dat Eli bad voor de bekering van zijn zonen. Dat is hoe hij gebeden zou moeten hebben. Maar God had besloten dat Hofni en Pinehas niet gehoorzaamden maar gedood werden.
Wanneer er zoiets gebeurd (wat we gewoonlijk vooraf nooit kunnen weten) terwijl we tot God roepen voor bekering is het antwoord van God niet: “Ik hou niet van je”. Het antwoord is eerder, “Ik overwin deze zonde niet, en Ik geef geen berouw omdat ik daar een heilig en wijze reden voor heb. Je ziet het doel nu misschien niet. Geloof me, Ik weet wat Ik doe. Ik hou van je.
__