Logo
Wachten op de Bruidegom


Wachten op de Bruidegom
____

 

Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen  afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen, door huichelarij van leugenaars, die hun eigen geweten als met een brandijzer hebben toegeschroeid. Zij verbieden te trouwen en gebieden zich te onthouden van voedsel, dat God geschapen heeft voor de gelovigen en voor hen die de waarheid hebben leren kennen, om onder dankzegging  aanvaard te worden. Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt. Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed. (1 Timotheüs 4:1—5)

En weet dit dat in de laatste dagen zware tijden zullen aanbreken. Want de mensen zullen liefhebbers zijn van zichzelf, geldzuchtig, grootsprekers, hoogmoedig, lasteraars, hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, kwaadsprekers, onmatig, wreed, zonder liefde voor het goede, verraders, roekeloos, verwaand, meer liefhebbers van zingenot dan liefhebbers van God. Zij hebben een schijn van godsvrucht, maar hebben de kracht ervan verloochend. Keer u ook van hen af. (2 Timotheüs 3:1—5)

Timotheüs,

Gods woord spreekt veel over de laatste dagen, de laatste tijden of ook wel de eindtijd. We lezen van zware tijden en horen van angstaanjagende oordelen die de wereld zullen treffen. Misschien maakt het je wel bang als je aan die tijd denkt. Misschien geeft het je wel een beklemmend gevoel. Misschien kijk je angstig om je heen en merk je op hoeveel deze tijd al op de eindtijd lijkt. Misschien maakt het je wel bang omdat je weet dat je de Heere straks zult ontmoeten. 

Waarom laat de Heere ons weten hoe de eindtijd zijn zal? Om ons te waarschuwen zodat we ons daarop voor zullen bereiden. Zodat we het einde van de tijd zullen verwachten met olie in onze lampen. Hij vertelt het ons niet zodat we angstig wegkruipen of nog doorgaan in de zonde. Het is een tijd van voorbereiding en we moeten ons voorbereiden zodat we niet zullen slapen en zonder olie wakker schrikken als de Bruidegom komt.

Ja, in die tijd van wachten zullen er ook “sommigen afvallig worden van het geloof en zich wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen, door huichelarij van leugenaars, die hun eigen geweten als met een brandijzer hebben toegeschroeid.” (vers 1—2). Hun olie zal ontbreken of opraken en ze zullen slapend de eeuwige nacht in glijden. 

Als we 1 Johannes 2:18 lezen zien we dat die eindtijd al aangebroken is. Het is een tijd van wachten op de Bruidegom. Het is nu de tijd dat we in slaap kunnen vallen zonder olie. “Kinderen, het is het laatste uur; en zoals u gehoord hebt dat de antichrist eraan komt, zijn er ook nu al veel antichristen gekomen, waaruit wij weten dat het het laatste uur is.” Johannes wist dat de antichrist in het laatste uur zou komen en omdat hij om zich heen veel antichristen zag wist hij dat die tijd al aangebroken moest zijn. Petrus zegt het op de Pinksterdag, “Maar dit [wat jullie hier vandaag zien] is wat gesproken is door de profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees” (Handelingen 2:16—17). 

De eindtijd is dus aangebroken, de tijd waarin we wachten op de Bruidegom. We leven in de eindtijd. De tijd tussen Christus eerste en tweede komst waarin de olie van het Evangelie van vrede onverhinderd overal stroomt waar Jezus het hebben wil. Met Jezus komst is de morgen aangebroken voor zowel de Joden als de heidenen. 

Al is het nog donker, heel in de verte is een streepje licht te zien. Zijn komst, leven, sterven, opstanding en hemelvaart als overwinnend Koning waren het begin van het einde. De dag is aangebroken en Gods volk verwacht nu alleen nog het volle licht, de eeuwige verdrijving van de nacht.

Afval
Maar voordat de nacht voorgoed verdwenen is zullen de liefhebbers van de nacht er alles aan doen om het licht tegen te houden. Daarom vallen sommigen af van het geloof. Ze vallen het geloof af, ze vallen het Evangelie af. Ze laten de verborgenheid van het geloof los waar 1 Timotheüs 3:9 over spreekt. Ze wijken af van het geheim van de godsvrucht waar vers 16 van datzelfde hoofdstuk over spreekt, “En buiten alle twijfel, groot is het geheim van de godsvrucht: God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in de Geest, is verschenen aan de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid.”

Na deze woorden volgt de waarschuwing dat er mensen zullen komen die zullen afvallen van het geloof, van het geopenbaarde Evangelie.

Het is dat Evangelie wat eerst verborgen was en alleen soms zichtbaar werd in schaduwen, wat volgens Romeinen 16:25—26 nu gepredikt wordt onder de heidenen en geloofd zal worden in de wereld. “Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. Hoe zullen zij dan Hem aanroepen in Wie zij niet geloven? En hoe zullen zij in Hem geloven van Wie zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder iemand die predikt? En hoe zullen zij prediken, als zij niet gezonden worden? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden?” (Romeinen 10:13—15) Daarom moeten we, als we de Naam van de Heere al aangeroepen hebben, gaan, vertellen, zenden of anders ongehoorzaam blijven aan Gods bevel.

Maar er zullen ook mensen zijn die dit Evangelie horen en het vervolgens naast zich neerleggen, of ze zullen alleen het deel daarvan vasthouden wat voor hun goed uitkomt. “Ze zullen zich wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen,” Ze laten de het geopenbaarde geheim los dat God geopenbaard is in het vlees. God, de Koning van het universum, Hij die alles gemaakt heeft en alles onderhoudt door Zijn kracht werd geopenbaard in het vlees (vers 16). God werd mens in Jezus Christus. Hij verliet Zijn goddelijke heerlijkheid en kwam naar deze aarde in de gedaante van zondig vlees. Ja, “Hij heeft Zichzelf ontledigd door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood.” (Filippenzen 2:7—8). 

Hij werd gehangen aan de boom die Hij Zelf geschapen had. Dorens die Hij had laten groeien drukten in Zijn voorhoofd en lieten het bloed over Zijn gezicht stromen. De Handen die de soldaat borduurde in de baarmoeder werden door diezelfde man doorboord. En aan dat hout wat Hij deed groeien droeg Hij de toorn van God voor al deze zonden waaraan ook wij schuldig zijn. Schuil dan bij Hem en kniel voor Hem neer want hoe groot zal Zijn toorn zijn als je dit offer blijft verachten, als je het naast je neer blijft leggen en door leeft alsof God geen weg geopend heeft tot de genadetroon.

We zagen het al in de dagen van Paulus hoe mensen dit Evangelie naast zich neerlegden. Toen al waren er mensen die liever naar hun vlees luisterden dan naar de Geest. Die liever een ander Evangelie hadden waardoor ze zelf nog iets vast konden houden, konden doen, minder zondig leken of waardoor God iets minder groot en soeverein leek zodat ze minder te vrezen hadden als ze dit Evangelie ongelovig naast zich neerlegden.

Elymas een tovenaar probeerde de rechte wegen van de Heere te verdraaien (Handelingen 13:10). En als Paulus afscheid neemt van de ouderlingen in Efeze zegt hij, “Want dit weet ik: dat na mijn vertrek wrede wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet sparen; en dat uit uw eigen midden mannen zullen opstaan die de waarheid verdraaien om de discipelen weg te trekken achter zich aan.” (Handelingen 20:29—30). Later zien we de Roomse Kerk ontstaan en als antwoord op al hun afgoderij en beeldendienst werd de Islam geboren. Het Evangelie was toen al zo verdraait dat Jezus alleen nog maar een profeet was. 

En als we vandaag om ons heen kijken zien we honderden, misschien wel duizenden vertakkingen als gevolg van het volgen van verleidende geesten en het gebrek aan liefde voor de zondige bruid van Christus, het gebrek aan geduld en olie in onze lampen. Uit eigenwijsheid en egoïsme zijn er duizenden variaties ontstaan op het Evangelie die afdoen aan de geopenbaarde God die Zijn heerlijkheid verliet om voor Zijn volk rechtvaardige vergeving te verwerven zodat Hij ze het eeuwige leven kon geven.

“Door de huichelarij van leugenaars, die hun eigen geweten als met een brandijzer hebben toegeschroeid.” Ze willen niet over zonde, over Gods heiligheid of over Gods nodiging praten als ze het Evangelie verkondigen. Misschien durven ze dat niet omdat ze er bang van worden. Misschien laat dit zien dat ze nog niet verzoend zijn met God. Want als ze nog niet geloven, als ze nog niet schuilen achter het bloed van Christus en ze hun leven nog zelf in eigen handen willen houden, kunnen ze niet voor de rechtvaardige God verschijnen. Dat is het meest angstaanjagende wat er is. Het is vreselijk als wij ongewassen en dus onrein voor een heilige en een rechtvaardige God moeten verschijnen, dan moet Hij ons eeuwig weg doen. Als we de Bruidegom moeten ontmoeten zonder olie in onze lampen dan moeten we eeuwig achterblijven in de nacht. Dan zullen we eeuwig ver bij Hem vandaan zijn, ver weg van de Bron van het leven. De Bron geluk en vreugde. Ver weg van Zijn liefde.

Maar natuurlijke mensen willen zichzelf niet overgeven aan God, ze willen niet knielen voor Jezus, ze willen het niet geloven dat God zelf de straf op de zonde voor zondaren wilde dragen zodat ze vrij tot God mogen komen. Daarom verdraaien ze dit goede nieuws zodat ze of zelf iets kunnen doen zodat ze zichzelf niet hoeven over te geven, of ze maken hun verantwoordelijkheid kleiner, of ze maken God kleiner zodat ze niet bang voor Hem hoeven zijn. Als jij dat ook doet, als jij al die zware gedachten aan Gods komst naast je neerlegt en doorleeft in je zonde en de gedachte aan een heilige God zo ver mogelijk wegschuift, bekeer je dan vandaag, kniel onderaan het kruis en smeek om vergeving van je zonden. Pleit op het volbrachte werk van Christus, wijs God op het bloed van Christus, want zonder Hem en zonder dat bloed kun je niet voor deze heilige geopenbaarde God, de Bruidegom die ook de Rechter zal zijn, verschijnen! 

Wetten tegen over het Evangelie
Al die mensen die de verborgenheid van het geopenbaarde Evangelie afvallen blijven streven en proberen gelukkig te worden door zelf iets te doen. We zien dit in elke religie. Buitenom het ware Christendom probeert iedereen zich gelukkig te werken. “Ze verbieden te trouwen, ze verbieden het eten wat God geschapen heeft.” Mensen verzinnen allemaal uiterlijke wetten en regels om hun innerlijke verdorvenheid te camoufleren en de aandacht van God, tevergeefs, af te leiden van hun zonde. 

Zeker, soms is het goed om iets op te offeren voor de Heere, om als Paulus alleen te blijven voor het werk in Gods Koninkrijk, of om te vasten zoals de discipelen doen nu de Bruidegom niet meer in hun midden is, maar dat is niet om iets te verdienen. Niet om Gods genade daardoor te verkrijgen. Zo werkt God niet. Zo werkt genade niet. 

Calvijn zegt over dit vers, “Het gaat hier niet over het eten van vlees of vis, zwart of grijs, woensdag of vrijdag, maar over het dwaze bijgeloof van mensen die Gods gunst proberen te verkrijgen door zulke kleinigheden. Door het bedenken van zulke vleselijke aanbidding, maken ze voor zichzelf een afgod in de plaats van God.”

Het gaat niet om de schepping zelf, maar om de manier waarop we er mee omgaan. God heeft ons Zijn schepping gegeven om die onder dankzegging te gebruiken. Alles wat God gemaakt heeft mogen we tot Gods eer gebruiken. “Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt. Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed.”

Wanneer we iets ontvangen en gebruiken moeten we God daarvoor de eer geven en erkennen als de Gever. Anders zullen we vertrouwen op dat wat God ons geeft en niet op God zelf.

Wanneer we op iets vertrouwen buitenom de geopenbaarde God, Jezus Christus, wat ons gelukkiger moet maken en dichterbij God moet brengen zijn we afgevallen van het geloof, de geopenbaarde verborgenheid, het Evangelie, de leer van het ware Christendom.

Zware tijden
Als we niet op God vertrouwen die geopenbaard is in het vlees, het werk volbracht heeft en Zijn Geest zend door wie wij de goede strijd van het geloof moeten strijden. Als wij, Timotheüs, het Evangelie naast ons neerleggen, als wij afvallen van dat geloof zullen wij diegenen zijn die deze laatste dagen, deze eindtijd, deze voorbereidingstijd, zo zwaar maken.

“Want weet dit dat in de laatste dagen zware tijden zullen aanbreken.” In diezelfde tijd waarin de mensen afvallen van het geloof zullen de tijden zwaar zijn. De tijden zijn zwaar en gevaarlijk omdat de mensen liefhebbers zijn van zichzelf. Ze houden meer van zichzelf dan van God en de naaste en zoeken alleen het beste voor zichzelf. Altijd denken ze aan zichzelf en ze geloven dat ze eerst voor zichzelf moeten zorgen voordat ze voor anderen kunnen zorgen. Deze liefde voor zichzelf is de bron van het volgende kwaad.

De mensen zijn geldzuchtig. Wat ze krijgen van God houden ze liever voor zichzelf dan dat er anderen mee verzorgen. Want de levende God geeft ons rijkdom, zeker “om ervan te genieten;” maar ook, en en dan genieten we pas, “om goed te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig te zijn en bereid om samen te delen. Zo verzamelen zij voor zichzelf een schat: een goed fundament voor de toekomst, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen.” (1 Timotheüs 6:18—19). Toch denken veel mensen dat meer beter is en als ze bereikt hebben waar ze van dromen willen ze nog meer. Ze vertrouwen op geld en zonder hun geld voelen ze zich machteloos en als ze weer wat geld hebben kunnen ze weer de hele wereld aan. Elke keer als deze onbetrouwbare god begint te wankelen, wankelt ook hun hoop. 

Ook zijn de mensen grootsprekers, hoogmoedig, oftewel trots en arrogant. Ze houden zoveel van zichzelf dat ze meer over zichzelf praten dan over God. Ze denken dat zij het meest belangrijke onderdeel zijn van het universum, ze willen zelfs dat iedereen weet wat ze eten door dat via Facebook aan de hele wereld bekend te maken.

Ja, deze mensen lasteren alsof het hun adem is, alsof ze het nodig hebben. Gods Naam en de enige Naam die onder de hemel gegeven is tot zaligheid wordt door hen misbruikt. En daarnaast lasteren ze hun naaste. Het zijn kwaadsprekers en roddelaars. Wat vinden ze het heerlijk om over die ene buurvrouw te praten, over die man uit de kerk of die leraar van school. Ze voelen zichzelf weer beter als ze iemand anders slechter kunnen laten lijken. Nee, ze loven God niet boven alles en hun naaste niet als zichzelf. Ze loven zichzelf, met elke woord. Elk woord wat ze spreken is bedoeld om zichzelf beter te laten lijken.

De mensen in de eindtijd zijn hun ouders ongehoorzaam. Als we om ons heen kijken zien we nog maar weinig mensen met gezag. De mensen die gezag horen te hebben proberen zich nu aan te passen aan de jongeren met de gedachte dat ze dan beter te bereiken zijn. Zo hebben de kinderen eerder gezag over de ouders dan andersom. Maar het gevolg hiervan is dat de jongeren nooit volwassen worden.

Ook zijn de mensen ondankbaar, onheilig, zonder natuurlijke liefde en onverzoenlijk. Ze vinden het normaal dat er elke dag eten op tafel staat, ze spreken wel woorden van dankbaarheid maar zijn het niet. Ze zijn onheilig, ze vervullen hun verlangen buitenom Christus op hun eigen manier. Ze leven zonder natuurlijke liefde, of meer letterlijk asociaal. Ze kennen geen respect voor anderen, denken alleen aan zichzelf en kopen liever een goedkoop shirt wat duur gemaakt is door arme kinderhandjes. Ze zijn onverzoenlijk, of ook wel verbondsbrekers. Het zijn mensen die ondanks een wapenstilstand toch door blijven vechten. Mensen die ondanks de spijt en de onvolmaaktheid van de ander, de ander toch scheef aan blijven kijken en minachten.

De mensen zijn onmatig. Hun verlangen is nooit vervuld. Steeds willen ze meer en ze hebben nooit genoeg. Ze nemen een grotere auto, meer kleren en een hogere hypotheek dan ze nodig hebben. Ze nemen wat ze willen, niet wat ze nodig hebben.

De mensen zijn ook wreed. Omdat ze meer van zichzelf houden en de medemensen als minder en lager zien, doen ze wat ze willen met mensen uit andere landen, met mensen met ander gedachten of met de kleine kindjes in de moederbuik.

Ze houden niet meer van goedheid. Ze haten het goede en houden van het kwade. Samen met miljoenen anderen genieten ze elke avond op Youtube van hun falende medemens, geweld, seks en onrecht. Het is goed om het leven van een oude vrouw te nemen die wat vergeetachtig wordt. Het is goed om mensen te helpen zichzelf te doden. Het is goed Gods definitie van het huwelijk te veranderen. Het kwaad is goed. “Luister naar je hart. Doe wat je hart zegt,” zeggen ze tegen elkaar terwijl hun vuile hart, de bron van zonde, hen alleen maar naar de dood brengt.

“De mensen zijn verraders, roekeloos, verwaand, meer liefhebbers van zingenot dan liefhebbers van God.” Ook dit komt weer voort uit de liefde voor zichzelf. Ze verraden anderen om er zelf beter van te worden. Door hun verlangen zo snel mogelijk te willen vervullen doen ze dat wat hun eeuwige dood kan betekenen. Ze zijn verwaand omdat ze denken te leven door dat wat zij zelf doen. Ze houden meer van dat wat God geeft dan van de Gever zelf en ze doen liever wat ze zelf willen dan wat God van hen vraagt.

En soms lijken al deze mensen nog behoorlijk Christelijk. “Zij hebben een schijn van godsvrucht, maar hebben de kracht ervan verloochend.” “Zij zijn wolken zonder water, die door de winden heen en weer gedreven worden. Zij zijn als bomen in de late herfst, zonder vrucht, tweemaal gestorven en ontworteld. Zij zijn wilde golven van de zee, die hun eigen schanddaden opschuimen, dwaalsterren, voor wie de diepste duisternis  tot in eeuwigheid bewaard wordt” (Judas 1:12—13).

Ze lijken wel Christelijk maar ze leven niet Christelijk. Ze zien er wel uit alsof ze zich onderworpen hebben aan God maar in werkelijkheid volgen ze gewoon nog zichzelf en het verlangen van een hart wat nog niet is verlicht.

Timotheüs,

Keer je af van al deze mensen. Keer je af van deze dingen als je ze zelf doet. Vlucht naar Christus. Zijn bloed kan je reinigen van al je zonde. Ja, “Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid” (1 Johannes 1:9). Hij kan onze zonden rechtvaardig vergeven omdat er een oceaan van bloed is voor mensen die in opstand kwamen tegen de Schepper van hemel en aarde.

Timotheüs,

Keer je van hen af, keer je af van zonde en van een Evangelie waarin God wat minder soeverein, rechtvaardig en liefdevol is. Neem de ware olie van Jezus Christus zelf, niet van verleidende geesten die ook wel goeie olie lijken te hebben. Neem de olie van Christus wat je leven zal verlichten tot in eeuwigheid. 

De Geest en de bruid zeggen kom! Als je leven donker is en nog nooit verlicht is of als je weer in slaap valt, Kom! Die wil neemt de olie voor niets. En verwacht de Bruidegom, voorbereid, met een kloppend hart. 

Dan zul je klaar zijn voor Zijn komst en eeuwig met Hem mogen wonen in het Nieuwe Jeruzalem, waar geen zon en maan meer zullen zijn want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam, Jezus Christus, is haar Kaars (Openbaring 21:23). “En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn. En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties daarin brengen. Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam” (Openbaring 21:25—27).

Als je de Bruidegom kent, “Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal” (Mattheüs 24:42). Leef je in zonde en wordt je bang als je over het einde van de tijd nadenkt, wees dan niet bang. Zolang we leven in de eindtijd is het voorbereidingstijd. Er is nog tijd. “De Heere vertraagt de belofte niet  (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen” (2 Petrus 3:9). Keer je dan af van al je zonde, je egoïsme, de liefde voor jezelf en keer je tot Jezus. De weg tot de genadetroon is vrij. Ga met vrijmoedigheid tot de troon van de genade. Kniel voor Hem neer en vertel Hem je zonden. Hij zal je voorzien van olie en bloed, de olie van de Pinkstergeest voor je lamp en het bloed uit Zijn liefdeswonden voor je vuile hart. Dan zal Hij je meenemen als Hij komt. Dan zal Hij je meenemen in Zijn heerlijkheid waar je van Zijn licht mag genieten tot in eeuwigheid.

Vragen 
Paulus zegt dat Timotheüs een afkeer moet hebben van al die zondaren. Wat bedoeld hij daarmee? Moeten we ze links laten liggen of hun het Evangelie onthouden? (1 Timotheüs 1: 18—19; 1 Timotheüs 4:7; 1 Timotheüs 5:20; 1 Timotheüs 6:11, 20—21; 2 Timotheüs 2:22—26; 2 Timotheüs 3:10—11,14—17; 2 Timotheüs 4:2—5,14—16) 

Welk deel van het Evangelie vind jij moeilijk? Wat zou jij het liefst een beetje bedekken? En waarom? (1 Timotheüs 1:15—17; 1 Timotheüs 2:4—6; 1 Timotheüs 3:16; 1 Timotheüs 4:15—16; 1 Timotheüs 6:11—16; 2 Timotheüs 1:8—10; 2 Timotheüs 2:11—13; 2 Timotheüs 2:19; 2 Timotheüs 3:12; 2 Timotheüs 4:8) 

Al deze zonden uit het lijstje van Paulus waren er ook al voor Christus’ komst. Wat maakt ze opvallender in de eindtijd? (2 Timotheüs 2:16—17; 2 Timotheüs 3:13) 

Denk na over je verlangen of je angst voor de komst van de Bruidegom. Waarom verlang je er naar of waarom denk je er liever niet aan? (1 Timotheüs 5:11—16; 2 Timotheüs 2:3—8,11; 2 Timotheüs 4:1; 2 Timotheüs 4:8; 2 Timotheüs 4:17—18)

Dit was de inleiding voor een Bijbelstudie met Bijbelstudiegroep "Timotheüs" over de eindtijd in de brieven van Paulus aan Timotheüs. 

__