Overdenking voor 14 februari | Door Charles Spurgeon
Volharden tot het einde
Wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. (Mattheüs 10:22)
Lees verder 1 Johannes 2:18—25.
Je ziet in de Schrift niet veel jonge mensen verdwalen. Je ziet gelovigen zondigen maar dat zijn meestal oudere mensen. Daar is Noach, geen jonge man. Daar is Lot, toen hij dronken was, was geen kind meer. Daar is David met Bathseba, geen jonge man vol hartstocht. Daar is Petrus, hij was geen jongen toen hij zijn Meester verloochende.
Dit waren mannen met ervaring, kennis en wijsheid. “Wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt” (1 Korinthe 10:12). Met verdriet denken we aan iemand die we jaren geleden nog zoet hoorden bidden, we achtten hem hoog en vertrouwden hem. Ik herinner me een lieve broeder die erg vriendelijk maar niet wijs zei, “als hij geen kind van God is, ben ik het ook niet.” Maar lieve broeders, hij nam tot onze schaamte en verdriet een zijspoor naar de slechtste en vuilste zonden.
Maar dit is het kenmerk van een echt kind van God: hij houdt vol tot het einde. Als iemand niet volhoudt en teruggaat naar zijn oude meester, als hij opnieuw het satanische juk opneemt, dan is dat een duidelijk bewijs dat hij nooit het geestelijke Egypte door Jezus Christus heeft verlaten. Hij heeft nooit het eeuwige leven ontvangen wat niet kan sterven omdat het uit God geboren is. Lieve vrienden, ik heb dus genoeg gezegd om te bewijzen dat het ware kenmerk van een Christen volharding is. Ik denk dat daar geen twijfel over bestaat. En zonder deze volharding bewijst niemand dat hij een kind van God is.
Ter overdenking: De volharding van de heiligen is geen theoretisch concept. Het feit dat we kinderen van God zijn, kunnen we alleen bewijzen in de praktijk. Het is een slecht teken dat mensen die zeggen Christen te zijn het niet volhouden in bijvoorbeeld verdrukking (Markus 4:17) of gezonde leer (2 Timotheüs 4:3). Onze volharding in het Christelijke geloof wijst naar een heerlijke toekomst (2 Thessalonicenzen 1:4—5; Jacobus 1:12).
N.B. Deze preek werd gehouden na de dood van Spurgeon’s opa, James Spurgeon. Hij stierf op 12 februari 1864 op 87-jarige leeftijd. Hij volhardde tot het einde als dienaar van Christus, zei Spurgeon in een vurig eerbetoon.
Preek nr. 554
14 februari 1864
__