Verwoest en verheugd
____
Overdenking voor 2 september | Door John Piper | Desiring God
Want u bent een heilig volk voor de HEERE, uw God. De HEERE, uw God, heeft ú uitgekozen uit alle volken op de aardbodem om voor Hem tot een volk te zijn dat Zijn persoonlijk eigendom is. (Deuteronomium 7:6)
Hoe zou de genadeleer klinken als elke tak van de boom vol was met het sap van Augustijner genot (dat is wat ik “Christelijk Hedonisme” noem)?
Totale verdorvenheid is niet alleen slechtheid maar ook blindheid voor Gods schoonheid en doodsheid voor de diepste vreugde.
Onvoorwaardelijke verkiezing betekent dat de volledigheid van onze vreugde in Jezus bepaald was voordat we bestonden als een overvloeiing van Gods vreugde in de gemeenschap met de Drie-eenheid.
Beperkte verzoening is de zekerheid dat de onverwoestbare vreugde onfeilbaar beveiligd is voor ons in het bloed van het nieuwe verbond.
Onweerstaanbare genade is de inzet en de kracht van Gods liefde om er voor te zorgen dat we niet vasthouden aan suïcidale genoegens en om ons te bevrijden door de soevereine kracht van superieure genoegens.
Volharding van de heiligen is het almachtige werk van God. Hij laat ons niet vallen in uiteindelijke slavernij van inferieure genoegens. Hij bewaard ons door alle ellende en het lijden voor een erfenis van volledige vreugde in Zijn aanwezigheid en eeuwige genoegens aan Zijn rechterhand.
Onvoorwaardelijke verkiezing levert de zwaarste en zoetste oordelen aan mijn ziel. Dat het onvoorwaardelijk is vernietigd alle zelfverheffing; en dat het verkiezing is maakt het mijn kostbaarste bezit.
Dit is een van de schoonheden van het Bijbelse onderwijs van de genade: hun verschrikkelijkste verwoestingen bereiden voor ons de grootste genoegens.
Wat een vervelende mensen zouden we zijn geworden van de woorden: “Want u bent een heilig volk voor de HEERE, uw God. De HEERE, uw God, heeft ú uitgekozen uit alle volken op de aardbodem om voor Hem tot een volk te zijn dat Zijn persoonlijk eigendom is,“ (Deuteronomium 7:6), als deze verkiezing op een of andere manier afhankelijk was van onze wil. Maar om ons te beschermen tegen hoogmoed leert God dat we onvoorwaardelijk gekozen zijn (7:7–9). “Hij maakte een ellendige Zijn schat” zoals we graag zingen.
Alleen de verwoestende vrijheid en de onvoorwaardelijkheid van verkiezende genade laat ons zulke gaven voor onszelf nemen en proeven zonder de verheerlijking van onszelf.
__