Vernieuwd
____
Overdenking voor 30 juni | Door Charles Spurgeon
Heb elkaar dan vurig lief uit een rein hart, u, die opnieuw geboren bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God. (1 Petrus 1:22—23)
Lees verder Kolossenzen 1:9—14.
Als Petrus Gods volk ziet, als erfgenamen van heerlijkheid, prinsen van het Koninklijke bloed, afstammelingen van de Koning der koningen, de ware en enige Koninklijke aristocratie, zegt hij, “Heb elkaar vurig lief vanwege je edele geboorte, geboren uit onvergankelijk zaad — vanwege je afkomst, omdat je afstamt van God, de Schepper van alle dingen. Je moet liefhebben vanwege je onsterfelijke lot, want je zult nooit voorbijgaan, hoewel de heerlijkheid van het vlees zal vergaan, zelfs haar bestaan zal ophouden.
Ik denk dat het goed zou zijn, mijn broeders, al jij en ik, in een geest van nederigheid, de ware waardigheid zouden gaan zien van onze herschapen natuur, en er ook naar zouden leven. Oh! Wat is de Christen? Als je hem vergelijkt met een koning voegt hij priesterlijke heiligheid toe aan zijn koninklijke waardigheid. Het koningschap van een koning ligt vaak alleen in zijn kroon. Maar bij de Christen doordringt het zijn hele natuur. Vergelijk hem met een minister, met een machtig strijder, met een meester van wijsheid en hij overtreft ze allemaal! Ze zijn van een ander ras dan degenen die alleen uit een vrouw geboren zijn. Hij staat door zijn wedergeboorte net zo boven zijn medemensen zoals mensen boven de dieren staan die ook vergaan.
Zoals de mensheid hoog boven de kruipende dieren uitsteekt, zo overstijgt een wedergeboren mens de beste stervelingen die maar één keer geboren waren. Hij moet zichzelf dragen, zich gedragen als iemand die niet bij de menigte hoort, als iemand die uit deze wereld gekozen is, die apart gezet is door soevereine genade, die gerekend is onder het “ongewone” volk en daarom niet kan kruipen zoals anderen kruipen. Hij kan niet eens denken zoals anderen denken. Oh gelovigen in Christus, omhels heiligheid en haat de verschijning van het kwaad.
Ter overdenking: De apostel Paulus, hoewel een gevangene aan de ketting, zou nooit geruild hebben met een aardse koning in een koninklijke mantel (Handelingen 26:28–29). Waardeer jij je hoge roeping in Christus, en probeer jij daar naar te leven (Efeze 4:1; 1 Thessalonicenzen 2:12; 1 Petrus 2:9)?
Preek nr. 398
30 juni 1861
______________________________