Logo
Twee oneindig sterke en tedere waarheden


Overdenking voor 11 maart | Door John Piper | Desiring God

Twee oneindig sterke en tedere waarheden

Die vanaf het begin verkondigt wat het einde zal zijn, van oudsher de dingen die nog niet plaatsgevonden hebben; Die zegt: Mijn raadsbesluit houdt stand en Ik zal al Mijn welbehagen doen. (Jesaja 46:10)

Het woord soevereiniteit (net zoals het woord drie-eenheid) komt niet in de Bijbel voor. We gebruiken het om naar deze waarheid te verwijzen: God heeft de wereld in ultieme controle, van de grootste internationale intrige tot het kleinste vogeltje wat in het bos op de aarde valt.

Dit is hoe de Bijbel het zegt: “Ik ben God, en er is er geen als Ik… Mijn raadsbesluit houdt stand en Ik zal al Mijn welbehagen doen” (Jesaja 46:9–10). “Hij doet naar Zijn wil met de legermacht in de hemel en de bewoners van de aarde. Er is niemand die Zijn hand kan wegslaan of tegen Hem kan zeggen: Wat doet U?”  (Daniel 4:35). “Maar als Hij tegen iemand is, wie zal Hem er dan van afbrengen? Wat Zijn ziel verlangt, dat zal Hij doen. Want Hij zal het mij toegewezen deel ten uitvoer brengen” (Job 23:13—14). “Onze God is immers in de hemel, Hij doet al wat Hem behaagt” (Psalm 115:3).

Een reden waarom deze leer zo kostbaar is voor gelovigen, is omdat we weten dat het Gods grote verlangen is om barmhartigheid en vriendelijkheid te tonen aan hen die op Hem vertrouwen (Efeze 2:7; Psalm 37:3—7; Spreuken 29:25). Gods soevereiniteit betekent dat dit ontwerp voor ons niet in de war kan worden gebracht.

Niets, absoluut niets zal hen die “God liefhebben en geroepen zijn overeenkomstig Zijn voornemen” (Romeinen 8:28) overkomen als het niet is voor ons diepste en hoogste goed (Psalm 84:11).

Daarom zijn de genade en de soevereiniteit van God de twee pijlers van mijn leven. Ze zijn de hoop van mijn toekomst, de energie van mijn dienst, het middelpunt van mijn theologie, de band van mijn huwelijk, het medicijn tegen al mijn ziekten en het middel tegen al mijn ontmoedigingen.

En als ik vroeg of laat sterven zal, zullen deze twee waarheden naast mijn bed staan en me met oneindig sterke en tedere handen opheffen tot God.

__