Trotse werken vs. nederig geloof
____
Overdenking voor 10 juli | Door John Piper | Desiring God
Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? (Mattheüs 7:22)
We denken na over het verschil tussen een hart van “geloof” en een hart van “werken.”
Het hart van werken krijgt voldoening uit de ego-boost van iets volbrengen in eigen kracht. Het probeert de verticale rotswand te bedwingen, het neemt extra verantwoordelijkheid op het werk, het riskeert zijn leven in een oorlogsgebied, het worstelt zich door een marathon of het vast religieus voor weken — alles voor voldoening uit het overwinnen van een uitdaging in zijn eigen kracht en het uithoudingsvermogen van zijn eigen lichaam.
Een werken georiënteerd hart kan ook zijn liefde voor zelfstandigheid, zelfsturing en zelf-prestatie uiten door op te staan tegen hoffelijkheid, fatsoen en moraal (vlg. Galaten 5:19-21). Maar het is dezelfde zelf-bepalende, zelf-verheffende werk-oriëntatie die walgt van lomp gedrag en het probeert zijn superioriteit te bewijzen doormiddel van zelfverloochening, moed en persoonlijke grootheid.
In dit alles is de fundamentele voldoening van de werk-oriëntatie, het genieten van zijn assertieve, autonome en, indien mogelijk, zegevierende zelf.
Het hart van het geloof is radicaal anders. Het verlangt even sterk als dat het zich richt op de toekomst. Maar wat het verlangd is de volle voldoening uit alles wat God voor ons is in Jezus.
Als “werken” de voldoening wil uit het gevoel dat het zelf een obstakel overwonnen heeft, geniet “geloof” de voldoening dat God een obstakel overwonnen heeft. Werk verlangt naar de vreugde om verheerlijkt te worden als bekwaam, sterk en slim. Geloof verlangt naar de vreugde om God verheerlijkt te zien worden voor Zijn vermogen, kracht en wijsheid.
In haar religieuze vorm aanvaardt werken de uitdaging van moraliteit, overwint haar obstakels door grote inspanning en biedt de overwinning aan God als betaling en voor Zijn goedkeuring en vergelding. Geloof aanvaardt ook de uitdaging van moraliteit, maar alleen om een instrument van Gods kracht te worden. En als de overwinning komt verheugt geloof zich dat alle eer en dank aan God toebehoort.
__