Overdenking voor 22 maart | Door John Piper | Desiring God

Satans snoepwinkel

Welnu, omdat Christus voor ons in het vlees geleden heeft, moet ook u zich wapenen met dezelfde gedachte: wie in het vlees geleden heeft, is opgehouden met de zonde. (1 Petrus 4:1)

Eerst is het een raadsel. Is Christus opgehouden met de zonde? Nee! Hij heeft geen zonde gedaan (1 Petrus 2:22).

Dan klikt het. Wanneer we ons wapenen met de gedachte dat Christus voor ons geleden heeft, beseffen we dat we met Hem gestorven zijn. “Hij heeft Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen op het hout, opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven” (1 Petrus 2:24). Als we met Hem sterven houden we op met de zonde. 

Het is net als Romeinen 6. “Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde… Zo dient ook u uzelf te beschouwen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere” (Romeinen 6:6—7, 11, EV).

Petrus zegt: “Wapen jezelf met deze gedachte!”

Paulus zegt: “Beschouw jezelf als dood!”

Het wapen voor onze vrijlating is een gedachte/beschouwing.

Wanneer de verleiding van Satan komt — om te begeren, te stelen, te liegen, te benijden, wraak te nemen, te vernederen of om te vrezen — wapen je dan met deze gedachte: Toen mijn Heere leed en stierf om me te bevrijden van de zonde, stierf ik voor de zonde!

Als Satan tegen je zegt, waarom ontken je jezelf het plezier van lust? Waarom zou je die puinhoop niet vermijden door te liegen? Waarom ga je niet door om de onschadelijke luxe te krijgen die je begeert? Waarom zoek je geen rechtvaardigheid door dezelfde pijn terug te doen zoals die jou aangedaan is.

Antwoord hem: De Zoon van God leed (leed echt!) om me van het zondigen te verlossen. Ik kan niet geloven dat Hij leed om me ellendiger te maken. Daarom moet dat wat Hij kocht met Zijn dood meer heerlijk zijn dan het plezier van de zonde. En ik vertrouw Hem, dus mijn gevoeligheid voor jou verleidingen is verschrompeld en gestorven.

Satan, ga weg! Mijn mond kwijlt niet meer als ik langs jou snoepwinkel loop.

__