Rust in Jezus
____

Overdenking voor 2 juli | Door Charles Spurgeon
 

Maar de duif vond geen rustplaats voor de holte van haar voet. (Genesis 8:9)

Lees verder Markus 12:28—34.

We moeten van iets of iemand houden. De mens is niet gemaakt om alleen te leven en daarom leeft niemand helemaal voor zichzelf. Ons hart moet stromen als een rivier, anders bederft het als een stilstaand zwembad. Sommigen hebben een groot hart en hebben dus iets groots nodig om hun liefde aan te geven. Ze hebben innig en stevig lief, te stevig voor aardse liefde. Dat zijn degenen die lijden onder een gebroken hart. Ze hebben zoveel liefde dat ze, wanneer ze die geven aan iets wat waardeloos is, ze daar net zo veel ellende en teleurstelling voor terugkrijgen.

Ik zeg dit ernstig, het hart van een kind van God kan nooit tevreden gesteld worden door iets of iemand minder dan de Heere Jezus Christus. Er is plaats voor vrouw en kinderen, er is plaats voor vrienden en bekenden en er is nog veel meer plaats in ons hart als Christus daar is. Noch vrouw, noch kinderen, noch vrienden en familie kunnen het hart van een gelovige vullen. Hij moet Christus Jezus hebben, ergens anders vindt hij geen rust.

Heb ik het nu tegen een gelovige die een afgod heeft? Heb jij een afgodsbeeld in je hart opgericht? Heb je een schepsel zo lief dat je je Verlosser vergeten bent? Of het nu je kind, je man of je vriend is, pas op voor de zonde van afgoderij.

Je zult en kan voor je voeten geen rust vinden in het schepsel, hoe mooi dat schepsel ook lijkt. God zal je afgod voor je ogen breken. Maar als Hij de afgod laat staan, zal het je blijven teisteren en vervloeken. Want, “Zo zegt de HEERE: Vervloekt is de man die vertrouwt op een mens, en die een schepsel tot zijn arm stelt” (Jeremia 17:5). “Zie voor uzelf dan af van de mens – in zijn neus heeft hij slechts adem – want als wat is hij eigenlijk te beschouwen?” (Jesaja 2:22).

Geef je hart aan de Heere Jezus en Hij zal je nooit teleurstellen! Leun op Hem met al je liefde, Hij zal je niet beschamen.

Ter overdenking: De Heere Jezus Christus heeft ons verteld dat we zowel God als de mensen lief moeten hebben, maar Hij heeft ook verteld wie er eerst moest komen (Markus 12:28–30), wie er op de tweede plaats moest komen (Markus 12:31) en waar we de nadruk op moeten leggen (Mattheüs 10:37).

Preek nr. 637
2 juli 1865

______________________________