Logo
Pinksteren


Pinksteren
____

Overdenking voor 24 mei | Door Charles Spurgeon
 

En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen  eensgezind bijeen. En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten. En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken  in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken. (Handelingen 2:1—4)

Lees verder 2 Korinthe 3:1—6.

Hoe absoluut noodzakelijk is de aanwezigheid van de kracht van de Heilige Geest! Het is onmogelijk om God te verheerlijken en de zielen van de mensen te zegenen, tenzij de Heilige Geest met ons is. Degenen die zich op het gedenkwaardige Pinksterfeest verzameld hadden, waren allemaal mannen van geloof en gebed, maar ook deze gaven zijn alleen beschikbaar wanneer het hemelse vuur ze op doet laaien.

Het waren mannen met ervaring. De meesten hadden het Woord verkondigd en wonderen gedaan, ze hadden met hun Heere beproevingen en moeilijkheden doorstaan. Ze waren bij Hem geweest in Zijn verzoekingen. Onder hen waren de apostelen, de zeventig evangelisten, de vrouwen die achting verdienen, in wiens huizen de Heere vaak gastvrij ontvangen was, ze hadden Hem gegeven wat ze hadden. Maar zelfs deze geliefde en geachte heiligen konden niets doen zonder de adem van God de Heilige Geest.

Apostelen en evangelisten durven niet eens iets alleen te doen, ze wachten in Jeruzalem tot ze de kracht van boven ontvangen. Niet om het gebrek aan onderwijs, ze hadden drie jaar op de school van Christus gezeten. De volmaakte wijsheid was hun leraar, weergaloze welsprekendheid was hun onderwijzer, smetteloze volmaaktheid was hun voorbeeld. Toch mochten ze hun monden niet openen om van het mysterie van Christus te getuigen totdat zalving van de Geest gekomen was met de gezegende zalving van boven.

Zeker, als dat bij hen het geval was, hoeveel meer moet dat bij ons het geval zijn?

Ter overdenking: Ongelovigen zijn van nature ongeestelijk (1 Korinthe 2:14). Gelovigen kunnen in de praktijk ongeestelijk zijn (1 Korinthe 3:1). Alles in ons leven wat niet voortkomt uit de gaven (1 Korinthe 12:4,7) of de vruchten van de Heilige Geest (Galaten 5:22—23) is per definitie ongeestelijk.

Preek nr. 551
24 mei (Pinksteren 1863)

__