Overdenking voor 1 februari | Door John Piper | Desiring God
Opgenomen in het verbond
Daar zal Ik voor David een hoorn doen opkomen en voor Mijn gezalfde een lamp gereedmaken. Ik zal zijn vijanden met schaamte kleden, maar op hem zal zijn diadeem schitteren. (Psalm 132:17—18)
Wie zullen er baat hebben bij de beloften die God aan David deed?
Daar zal Ik voor David een hoorn doen opkomen en voor Mijn gezalfde een lamp gereedmaken. Ik zal zijn vijanden met schaamte kleden, maar op hem zal zijn diadeem schitteren (Psalm 132:17—18).
“O, alle dorstigen, kom tot de wateren, en u die geen geld hebt, kom, koop en eet… Ik zal met u een eeuwig verbond sluiten: de betrouwbare gunstbewijzen aan David” (Jesaja 55:1, 3).
Wie ook maar tot God komt door Jezus Christus, Zijn Zoon, dorstend naar wat Hij is, in plaats van te steunen op wie wij zijn en wat wij doen, met diegene zal God een verbond sluiten.
Wat voor verbond? Een verbond dat bevestigd en vast gemaakt is in Gods betrouwbare gunstbewijzen aan David. Ik neem aan dat dat betekent dat ik in het Davidisch verbond opgenomen ben. Wat David krijgt, krijg ik in Christus.
En wat houdt dat in?
Er zal voor mij een hoorn opkomen. Dat wil zeggen, een grote kracht zal voor mij vechten en mij beschermen. Er zal een door God bereide lamp zijn. Dat wil zeggen, het licht zal me omringen en de duisternis zal mij niet overkomen. Er zal een kroon voor mij zijn. Dat wil zeggen, ik zal regeren met de Zoon van David en met Hem zitten op Zijn troon. “Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon” (Openbaringen 3:21).
Het is verbazingwekkend dat ik mag delen in de beloften die aan David gedaan zijn. Het is Gods doel dat ik verwonderd ben. Het is Zijn doel dat ik mij verwonderd toewijd aan de kracht, autoriteit en zekerheid waarmee Hij mij lief heeft.
__