Logo
Liefde voor de liefhebbende Heere


Liefde voor de liefhebbende Heere
____

Overdenking voor 30 mei | Door Charles Spurgeon
 

U, Die ik innig liefheb, maak mij bekend waar U de kudde weidt, waar U die op de middag laat rusten. Want waarom zou ik zijn als een gesluierde bij de kudden van Uw metgezellen? (Hooglied 1:7)

Lees verder Markus 9:2—9.

Toen Tigranes en zijn vrouw door Cyrus gevangen genomen waren vroeg die aan Tigranes wat hij zou geven voor de vrijlating van zijn vrouw. De koning antwoordde, “Ik heb mijn vrouw zo lief dat ik er mijn leven voor over heb om haar te bevrijden van slavernij.” Toen Cyrus zag hoe groot hun liefde voor elkaar was, liet hij hen allebei vrij.

Toen ze vrijgelaten werden sprak iedereen over de schoonheid en vrijgevigheid van Cyrus en vooral over de schoonheid van zijn persoon. Tigranes vroeg aan zijn vrouw wat zij van Cyrus dacht, ze antwoordde dat ze niets anders gezien had dan het gezicht van de man die wilde sterven voor haar vrijheid. “De schoonheid van die man,” zei ze, “doet me alle andere schoonheid vergeten.”

En zeker, we willen hetzelfde van Jezus zeggen. We zullen de engelen niet afkeuren en niet slecht denken van de heiligen maar de schoonheid van Hem die Zijn leven voor ons gaf is zo groot dat ze alle andere schoonheden overschaduwen. Onze ziel wil alleen Hem zien en niemand anders. Zoals de sterren hun gezichten verbergen in de aanwezigheid van de zon, zo zal alle vreugde en uitnemendheid verdwijnen als Christus Jezus, de grootste vreugde en de grootste uitnemendheid, verschijnt. Als je Hem ziet moet je Hem wel liefhebben.

Er werd gezegd van Henry VIII dat in hem alle gezichten van tirannen, moordenaars en dieven afgeschilderd waren. Als we dat omdraaien kunnen we zeggen dat alle schoonheden, uitnemendheden en volmaaktheden afgeschilderd zijn in het gezicht van de Heere Jezus.

Ter overdenking: De Heere Jezus gaf werkelijk Zijn leven om Zijn bruid, de gemeente, te bevrijden (Efeze 5:25), uit de macht van de duisternis en zonde (Kolossenzen 1:13–14). Uit jij de gepaste verwondering, liefde en dankbaarheid (Galaten 2:20; 1 Petrus 1:8)?

Preek nr. 636
30 mei (onbekende datum)

__