Logo
Ken je Hem?


Overdenking voor 31 januari | Door Charles Spurgeon

Ken je Hem?

Opdat ik Hem mag kennen, en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap met Zijn lijden, doordat ik aan Zijn dood gelijkvormig word, om hoe dan ook te komen tot de opstanding van de doden. (Filippenzen 3:10—11)

Lees verder Handelingen 8:9—24.

Ik waarschuw je voor tweedehands geestelijkheid. Het is een bedorven ziel-bedriegende misleiding. Pas er voor op dat je jezelf niet waardeert volgens de gedachten van anderen, dat zal je verwoesten. Hoe iemand anders over mij denkt kan grote invloed op mij hebben. Ik hoorde eens van een man die helemaal gezond was en gedood werd door de mening van anderen.

Een aantal vrienden kwamen dwaas overeen om een grap bij hem uit te halen. Daarna ontmoette één van hen de man en zei: “Wat zie jij er ziek uit vanmorgen!” Zo voelde hij zich niet en hij was daarom erg verbaasd over die opmerking. Toen hij de volgende ontmoette, die tegen hem zei: “Oh, lief! Wat zie jij er slecht uit!” begon hij te denken dat het misschien zo was. Toen hij een hoek om ging kwam hij een derde persoon tegen die zei: “Je ziet er niet goed uit, je ziet er veel anders uit dan normaal!”

Hij ging ziek naar huis, ging op bed liggen en stierf. Zo gaat het verhaal en ik zou er niet van staan kijken als het echt gebeurd is. Als dat nu het gevolg is van overtuiging en het vermeende geloof in de ziekte van een mens, hoeveel eerder zal een mens dan overgehaald worden dat hij geestelijk gezond is! 

Je komt een gelovige tegen en door de manier waar hij met je omgaat lijkt hij te zeggen: “Ik verwelkom je als een dierbare broeder.” En dat betekend het ook. Je bent gedoopt, je bent opgenomen in de kerkelijke gemeenschap, dus iedereen denkt dat je een volgeling bent van Jezus Christus. En toch ken je Hem misschien niet eens. Oh ik bid voor je, wees niet tevreden als je er alleen maar van overtuigd en zeker van bent dat je in Hem bent, maar ken Hem — ken Hem zelf.

Ter overdenking: We moeten het allemaal als vanzelfsprekend zien dat we natuurlijk zondaren zijn die de hel verdienen. Voor niemand van ons is het vanzelfsprekend dat we heiligen zijn die naar de hemel gaan. Zelfs met de vriendelijkste motieven is geestelijke vleierij een moordenaar. Dat God ons verwond door ons de verschrikkelijke waarheid over onszelf te vertellen is een teken van trouwe vriendschap (Spreuken 27:6). Het is een genadige waarschuwing om te vluchten voor de toekomende toorn door in de gekruisigde Christus te geloven (2 Korinthe 5:19—21).

Preek nr. 552
31 januari 1864

__