Iets om in te roemen
____
Overdenking voor 30 mei | Door John Piper | Desiring God
Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God (Efeze 2:8)
Het Nieuwe Testament verbindt geloof en genade zodat het zeker is dat we niet kunnen roemen in wat genade alleen bereikt.
Eén van de meest bekende voorbeelden vinden we in Efeze 2: “Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof” (Efeze 2:8). Uit genade, door het geloof. Er is een verbinding die de vrijheid van genade bewaakt.
Geloof is de handeling van onze ziel die zich afkeert van onze eigen onbekwaamheid en zich wendt tot de vrije en alles-vervullende middelen van God. Geloof richt zich op de vrijheid van God om genade uit te delen aan de onwaardige. Het rekent op de gave van God.
Daarom sluit geloof van zichzelf al elk roemen uit en past het bij genade. Waar geloof ook kijkt, het ziet genade achter elke prijzenswaardige daad. Daarom kan het niet roemen dan in de Heere alleen.
Daarom zegt Paulus, nadat hij gezegd heeft dat redding uit genade en door het geloof is, “ en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen” (Efeze 2:8-9). Geloof kan niet roemen in menselijke goedheid, bekwaamheid of wijsheid omdat geloof zich richt op de vrije, alles-vervullende genade van God. Welke goedheid geloof ook ziet, het ziet het als de vrucht van genade.
Wanneer het geloof “wijsheid van God, gerechtigheid, heiliging en verlossing” ziet, zegt het “Wie roemt, laat hij roemen in de Heere” (1 Korinthe 1:30-31).
__