Hoe je voor ongelovigen pleit
____
Overdenking voor 18 juni | Door John Piper | Desiring God
Broeders, de oprechte wens van mijn hart en mijn gebed tot God voor Israël is gericht op hun zaligheid. (Romeinen 10:1)
Paulus bidt dat God Israel zal bekeren. Hij bidt voor haar redding! Hij bidt niet voor vruchteloze invloeden, hij bidt voor krachtdadige invloeden. En zo moeten ook wij bidden.
We moeten de Nieuwe Verbondsbeloften van God nemen en pleiten bij God dat Hij ze wil vervullen in onze kinderen, buren en op alle zendingsvelden in de wereld.
God, doe het hart van steen weg uit hun vlees en geef hen een hart van vlees. (Ezechiël 11:19). Besnijd hun harten zodat ze U lief zullen hebben (Deuteronomium 30:6)! Vader, geef Uw Geest in hun binnenste en maak dat ze in Uw verordeningen zullen wandelen (Ezechiël 36:27). Geef ze bekering zodat ze tot erkenning van de waarheid komen en ontwaken uit de strik van de duivel (2 Timotheüs 2:25-26). Open hun harten zodat ze het Evangelie geloven (Handelingen 16:14)!
Wanneer we geloven in de soevereiniteit van God — in het recht en de macht van God om te verkiezen en verharde zondaren tot geloof en verlossing te brengen — dan zijn we in staat om zonder tegenstrijdigheid te bidden, met veel Bijbelse beloften voor de bekering van hen die verloren zijn.
God houdt dus van dit soort gebeden omdat het aan Hem het recht en de eer toeschrijft om de vrije en soevereine God te zijn die Hij is in de verkiezing en redding.
__