Het teken van de doop
____
Overdenking voor 5 juni | Door Charles Spurgeon
Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen. Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden. (Markus 16:15—16)
Lees verder Romeinen 6:3—4.
Wat hebben het geloof en de doop met elkaar te maken? Ik geloof dat dit het is, de doop is de belijdenis van het geloof. Degene die gedoopt wordt was al een soldaat van Christus maar nu trekt hij zijn uniform aan. Hij geloofde al in Christus maar zijn geloof bleef tussen God en zijn eigen ziel. In de doop zegt hij tegen degene die hem doopt, “Ik geloof in de Jezus Christus,” en tegen de gemeente zegt hij, “ik verenig mij als een gelovige met de gemeenschappelijke waarheid van het Christendom,” en tegen de toeschouwers zegt hij, “Wat jullie ook doen, ik zal de Heere dienen.” Het is de belijdenis van zijn geloof.
Verder geloof ik dat de doop voor de gelovige ook een getuigenis is van zijn geloof. Door de doop vertelt hij de wereld wat hij gelooft. Hij zegt, “Ik wordt begraven in het water. Ik geloof dat de Zoon van God metaforisch gedoopt werd in lijden: Ik geloof dat Hij letterlijk gestorven en begraven was.” En als hij opkomt uit het water verklaart hij aan alle mensen dat hij gelooft in de opstanding van Christus.
Er is een voorstelling van Christus’ dood in het Avondmaal en er is een voorstelling van Christus’ begrafenis en opstanding in de doop. De doop is een voorbeeld, een teken, een symbool en een spiegel voor de wereld. Het is de spiegel waarin de inhoud van het geloof wordt weerspiegeld. We zeggen tegen de toeschouwer die naar de betekenis van deze instelling vraagt, “We willen ons geloof verklaren dat Christus begraven is, dat Hij opstond uit de dood en we belijden dat deze dood en opstanding de grond van ons vertrouwen is.
Nogmaals, de doop is ook het geloof op de juiste plaats. Het is, of het zou een van de eerste daden van gehoorzaamheid moeten zijn.
Ter overdenking: Deze preek, gepreekt tegen de leer van wedergeboorte door de doop leidde tot fel verzet tegen Spurgeon. De doop volgt op bekering (Handelingen 2:38), het aannemen van het woord (Handelingen 2:41) en het geloof in het Evangelie (Handelingen 8:12,37; 18:8).
Preek nr. 573
5 juni 1864
__