Het "Ik zal" van God
____
Overdenking voor 3 september | Door John Piper | Desiring God
Jeruzalem zal niet ommuurd blijven, vanwege de veelheid aan mensen en dieren in haar midden. En Ík zal voor haar zijn, spreekt de HEERE, een muur van vuur rondom, en Ik zal in haar midden tot heerlijkheid zijn. (Zacharia 2:4-5)
Er zijn ochtenden dat ik me als ik wakker wordt breekbaar voel. Kwetsbaar. Het is vaak vaag. Geen enkele bedreiging. Geen zwakte. Gewoon een vormloos gevoel dat er iets mis zal gaan en dat ik verantwoordelijk zal zijn.
Het is meestal na veel kritiek. Veel verwachtingen met deadlines die te groot en te veel lijken.
Als ik terug kijk op 50 jaar van die periodieke ochtenden, ben ik verwonderd hoe de Heere Jezus mijn leven heeft bewaard. En mijn bediening. De verleiding om te vluchten van de stress heeft nooit gewonnen — nog niet in ieder geval. Dit is verbazingwekkend. Ik aanbid Hem daarvoor.
In plaats van mij te laten zinken in een verlamming van angst of om te vluchten naar een luchtspiegeling van groener gras heeft Hij in mij een schreeuw om hulp doen ontwaken en heeft Hij geantwoord met een rotsvaste belofte.
Hier is een voorbeeld van nog maar pas geleden. Ik werd wakker met een gevoel van emotionele breekbaarheid. Krachteloos. Kwetsbaar. Ik bad: “Heere help me. Ik weet niet eens hoe ik moet bidden.”
Een uur later las ik in Zacharia op zoek naar de hulp waar ik om geroepen had. Die hulp kwam.
“Jeruzalem zal niet ommuurd blijven, vanwege de veelheid aan mensen en dieren in haar midden. En Ík zal voor haar zijn, spreekt de HEERE, een muur van vuur rondom, en Ik zal in haar midden tot heerlijkheid zijn” (Zacharia 2:4-5).
Er zal zo’n bloei en groei zijn van het volk van God dat Jeruzalem niet meer ommuurd kan blijven. “De veelheid van mensen en dieren” zal zo veel zijn dat Jeruzalem zal zijn zoals vele dorpen zich zonder muren over het land uitspreiden.
Bloei en groeien is mooi, maar hoe zit dat met de bescherming?
God zegt daarop in Zacharia 2:5: “Ik zal voor haar, spreekt de HEERE, een muur van vuur rondom zijn.” Ja. Dat is het. Dat is de belofte. Het “Ik zal” van God. Dat is wat ik nodig heb.
En als het waar is voor het kwetsbare Jeruzalem, dan is het waar voor mij, een kind van God. God zal voor mij een muur van vuur zijn om mij heen. Ja. Hij zal. Hij is het geweest. En Hij zal het zijn.
En het wordt nog beter. Binnen die vurige muur van bescherming, zegt Hij, zal Hij in haar midden tot heerlijkheid zijn. God is nooit tevreden om ons de bescherming van Zijn vuur te geven; Hij zal ons ook het genoegen van Zijn aanwezigheid geven.
__