Overdenking voor 17 februari | Door John Piper | Desiring God
Het heerlijke plan van God
Maar toen het God, Die mij voor mijn geboorte heeft afgezonderd en Die mij geroepen heeft door Zijn genade, behaagde… (Galaten 1:15, EV)
Overdenk de bekering van Paulus, de soevereiniteit van Christus en wat Paulus zonden te maken hebben met jou verlossing.
Paulus zei dat God hem voor zijn geboorte had afgezonderd, en dat hij op de weg naar Damascus geroepen is door Zijn genade (Galaten 1:15). Dat betekent dat Paulus tussen zijn geboorte en zijn roeping op de weg naar Damascus een reeds-gekozen maar nog-niet-geroepen instrument was van God (Handelingen 9:15, 22:14).
Dit betekent dat Paulus toen hij sloeg, gevangennam en Christenen vermoorde, een door God-gekozen, binnenkort-te-worden-Christen zendeling was.
Maar het overkwam mij, toen ik onderweg was en omstreeks de middag Damascus naderde, dat plotseling vanuit de hemel een fel licht mij omstraalde. En ik viel op de grond en hoorde een stem tegen mij zeggen: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij? (Handelingen 22:6—7)
Hij kon het niet ontkennen of eraan ontsnappen. God had hem voor zijn geboorte uitgekozen. En nu zou Hij hem gaan gebruiken. Het woord van Christus was soeverein. Er was geen onderhandeling.
Sta op en ga naar Damascus, en daar zal met u gesproken worden over alles wat voor u vastgesteld is om te doen. (Handelingen 22:10)
Damascus was niet Paulus’ uiteindelijke vrijwillige overgave aan Christus na tientallen jaren van vergeefse Goddelijke pogingen om Hem te redden. God had een tijd om hem te kiezen (voor zijn geboorte) en een tijd om hem te roepen (op de weg naar Damascus). Paulus gaf zich over toen God riep.
Daarom waren de zonden die door God toegelaten werden, tussen Paulus’ geboorte en roeping, onderdeel van het plan, want God had Damascus eerder kunnen doen.
Hebben we enig idee wat het plan voor deze zonden had kunnen zijn? Ja. Ze werden toegestaan voor jou en mij — voor iedereen die bang is dat hij zichzelf uit de genade heeft gezondigd. Hier is Paulus manier waarop Paulus zijn zonden aan jou relateert.
Ik, die vroeger een godslasteraar was, een vervolger en een verdrukker. Maar mij is barmhartigheid bewezen… opdat Jezus Christus in mij, de voornaamste van de zondaars, al Zijn geduld zou tonen, tot een voorbeeld voor hen die later in Hem zouden geloven tot het eeuwige leven. (1 Timotheüs 1:13,16)
O hoe heerlijk is het plan van God in de soevereine verlossing van verharde zondaren!
__