Het gebed van een jongere
____
Overdenking voor 7 juni | Door Charles Spurgeon
Verzadig ons in de morgen met Uw goedertierenheid, dan zullen wij juichen en verblijd zijn, tijdens al onze dagen. (Psalm 90:14)
Lees verder Prediker 11:6—12:7.
Zij die Jezus vroeg liefhebben, hebben de beste hoop om als Christen gelukkige dagen te genieten. Zij zullen het meeste dienen en dit dienen van God is pure vreugde. Hun jeugdige kracht zal hen in staat stellen om meer te doen dan hen die later pas gaan dienen als ze oud en versleten zijn. De vreugde van de Heere is onze kracht; en aan de andere kant is het besteden van onze kracht in Zijn dienst onze vreugde.
Jongere, als je de Heere vijftig jaar dient, zul je zeker al je dagen vrolijk zijn. Hoe eerder we veranderen, hoe langer we kunnen studeren op de universiteit van Christus waardoor onze kennis van Hem dus dieper zal zijn. We hebben dan meer tijd voor gemeenschap en meer tijd van broederschap. We hebben meer tijden waarin de kracht van het gebed bewezen wordt en meer tijd om Gods trouw te beproeven dan wanneer we later tot Hem komen.
Zij die laat komen zijn gezegend dat ze geholpen worden om veel te leren maar zij die vroeg komen zullen dat zeker overtreffen. Laat mij jong zijn, als Johannes, zodat ik veel jaren van liefdevolle dienst en een innige relatie met mijn Heere kan hebben. Zeker, degenen die vroeg veranderen kunnen op meer vreugde rekenen want ze hoeven niet te strijden tegen dat waar anderen tegen moeten strijden, ook hoeven ze daarover niet te treuren. Jou botten zijn niet gebroken, je kunt rennen zonder moe te worden, je bent niet gevallen zoals sommige anderen, je kunt lopen zonder uitgeput te raken.
De grijsharige man die op zestigjarige leeftijd veranderd is, voelt de herinnering van de zonden uit zijn jeugd aan zich vastklampen. Als hij wil loven herleeft er een oud onrein lied in zijn gedachten. Als hij opstijgt naar de hemel herinnert hij zich plotseling die zonde die hij graag zou vergeten. Maar jij, gered door Gods genade voordat je in de kaken van de leeuw gevallen bent of onder de klauw van een beer terechtgekomen bent, jij zal zeker je hele leven reden hebben tot vreugde.
Ter overdenking: Denk aan een paar jongere gelovigen die veel vrucht droegen voor God. Jozef (Genesis 41:12), Jozua (Exodus 33:11), Samuel (1 Samuel 2:18), David (1 Samuel 17:33), Salomo (1 Kronieken 22:5), Josia (2 Kronieken 34:3), Jeremia (Jeremia 1:6), Timotheüs (1 Timotheüs 4:12). De leiders van de gemeente van morgen zijn de jongere gelovigen vandaag.
Preek nr. 513
7 juni 1863
______________________________