Logo
Hem zij de heerlijkheid


Hem zij de heerlijkheid
____

Overdenking voor 29 mei | Door Charles Spurgeon
 

Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen. (Romeinen 11:36)

Lees verder 1 Korinthe 10:31—11:1.

De apostel doopt zijn pen weer in de inktpot en valt op zijn knieën. Hij kan het niet helpen, hij moet eindigen met een lofzang. “Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.” 

Geliefden, laten we deze toewijding navolgen. Ik denk dat deze zin voor iedereen het gebed en het motto moet zijn. “Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.” Dit moet het enige verlangen zijn van de Christen. Ik geloof niet dat hij nog twintig andere wensen moet hebben.

Hij kan er naar verlangen dat zijn kinderen goed opgevoed zullen worden, maar alleen zodat God verheerlijkt wordt tot in eeuwigheid. Hij kan er naar verlangen dat het goed gaat met zijn bedrijf, maar alleen tot zo ver dat het hem helpt Gods heerlijkheid te verspreiden tot in eeuwigheid. Hij kan naar meer gaven en genade verlangen, maar het moet zijn zodat God verheerlijkt wordt tot in eeuwigheid.

Dit weet ik, Christen, je handelt niet zoals je moet handelen wanneer je bewogen wordt door een ander motief dan de heerlijkheid van je Heere. Als Christen ben je “van Hem en door Hem.” Bid dat je ook “tot Hem” zult zijn. 

Niets anders moet je hart laten kloppen dan de liefde voor Hem. Laat dit vurige verlangen in je ziel branden. Laat dit de grond zijn voor alles wat je doet. Laat dit je onderhoudende motief zijn als je ijver verkild. Maak alleen God je doel. Steun hierop, waar je zelf begint, begint het verdriet. Maar als God mijn grootste vreugde en enige doel is, dan zing je,

“’t is voor mij gelijk,
als Hij het mij geeft,
leven of dood, gemak of pijn
’t is voor mij gelijk
Als ’t oog maar alleen
gericht is op Zijn heerlijkheid”

Ter overdenking: Als sommigen van ons één wens kregen, zou dat niet overeenkomen met het doelbewuste verlangen van Gods volk in de Bijbel, zoals David (Psalm 27:4), Asaf (Psalm 73:25) en Paulus (Filippenzen 3:8–10,13–15). Wat zou jou wens zijn? Kun je daar met een zuiver geweten voor bidden?

Preek nr. 572
29 mei 1864

__