Overdenking voor 14 oktober 2014 | Door John Piper | Desiring God

Ik heb zijn wegen gezien, Ik zal hem genezen, Ik zal hem leiden en hem vertroosting bieden, namelijk zijn treurenden. Ik schep de vrucht van de lippen, vrede, vrede voor wie ver weg is en voor wie dichtbij is, zegt de HEERE, en Ik zal hem genezen. (Jesaja 57:18-19)

Ondanks de ernst van de ziekte, van rebellie en eigenzinnigheid van de mens, zal God genezen. Hoe zal Hij genezen? Vers 15 zegt dat God bij de verbrijzelde en nederige woont. Maar toch streven de mensen van vers 17 hun eigen trotse weg na. Hoe zal de genezing zijn? 

Het kan maar op een manier. God zal ze genezen door ze te vernederen. Hij zal de patiënt genezen door zijn trots te breken. Als de verbrijzelden en nederigen Gods gemeenschap genieten (vers 15), en als Israëls ziekte een trotse eigenzinnige rebellie is (vers 17), en als God genezing belooft (vers 18), dan moet de genezing vernedering zijn en een verbrijzelde geest. 

Is dit niet Jesaja’s manier om te profeteren wat Jeremia het Nieuwe Verbond en het nieuwe hart noemde? Hij zei: “Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten… Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn” (Jeremia 31:31, 33).

Jesaja en Jeremia zien allebei een tijd komen dat de zieke, ongehoorzame en verharde mensen op een bovennatuurlijke manier worden veranderd. Jesaja spreekt van genezing. Jeremia spreekt van het schrijven van de wet op het hart.

De genezing in Jesaja 57:18 is een belangrijke harttransplantatie — het oude verharde, trotse en eigenzinnige hart wordt eruit gehaald en een nieuw zacht en teer hart, wat gemakkelijk vernederd en verpletterd wordt door de gedachte aan de zonde en de zonde die blijft, komt daar voor in de plaats. 

Dit is het hart waarmee de Verhevene van wie de naam Heilig is, kan leven en waaraan Hij het leven geeft. 

__