Logo
God dienen is winst

 

God dienen is winst
____

Overdenking voor 31 mei | Door John Piper | Desiring God

 

Zij zullen hem echter tot dienaren zijn, zodat zij het verschil tussen Mijn dienst en de dienst van de koninkrijken van de landen leren kennen. (2 Kronieken 12:8)

Het dienen van God is volkomen anders dan het dienen van iemand anders.

God is ontzettend ijverig om ervoor te zorgen dat we dit begrijpen — en ervan genieten. Hij beveelt ons bijvoorbeeld: “Dien de HEERE met blijdschap!”  (Psalm 100:2). Er is een reden voor deze blijdschap. Deze wordt gegeven in Handelingen 17:25: “Hij wordt ook door mensenhanden niet gediend alsof Hij iets nodig heeft, omdat Hij Zelf aan allen het leven, de adem en alle dingen geeft.” 

We dienen Hem met blijdschap omdat we de last niet hoeven dragen om Hem in Zijn behoeften te voorzien. Eerder verheugen we ons in een dienst waarin Hij in onze behoeften voorziet. Het dienen van God betekend altijd dat we genade van God ontvangen.

Om te laten zien hoe ijverig God voor ons is, om dit te krijgen en daarin de heerlijkheid, staat er een verhaal in 2 Kronieken 12. Rehabeam, de zoon van Salomo, die na de opstand van de tien stammen het zuidelijke koninkrijk regeerde “verliet de wet van de HEERE” (12:1). Hij koos er niet voor om God te dienen maar gaf zijn dienst aan andere goden en koninkrijken. Als oordeel zond God Sisak, de koning van Egypte, tegen Rehabeam met 1200 strijdwagens en 60000 ruiters (12:3).  

In genade zond God de profeet Semaja naar Rehabeam met de volgende boodschap: “Zo zegt de HEERE: Ú hebt Mij verlaten, daarom heb Ík u ook overgelaten in de handen van Sisak” (12:5). Het gelukkige resultaat van deze boodschap is dat Rehabeam en de leiders van Israel zichzelf met berouw vernederden en zeiden: “De HEERE is rechtvaardig” (12:6). 

Toen de Heere zag dat ze zichzelf vernederden zei Hij: “Omdat zij zich hebben vernederd, zal Ik hen niet te gronde richten. Ik zal hen binnenkort ontkoming geven, en Mijn grimmigheid zal niet over Jeruzalem door de hand van Sisak uitgegoten worden” (12:7). Maar als les voor hen zegt Hij: “Zij zullen hem echter tot dienaren zijn, zodat zij het verschil tussen Mijn dienst en de dienst van de koninkrijken van de landen leren kennen” (12:8). 

Het punt is duidelijk: Het dienen van God is een ontvangen, een zegen, een vreugde en een voordeel. 

Daarom ben ik zo ijverig om duidelijk te maken dat aanbidding op zondagmorgen en de aanbidding door dagelijkse gehoorzaamheid niet een belastend geven moet zijn aan God. Het moet een vreugdevol ontvangen zijn van God. 

 

__