Overdenking voor 7 januari | Door John Piper | Desiring God
Genade geweigerd en gegeven
Zij versterkten de zielen van de discipelen, spoorden hen aan in het geloof te blijven en zeiden dat wij door veel verdrukkingen in het Koninkrijk van God moeten ingaan. (Handelingen 14:22)
De behoefte aan innerlijke kracht komt niet alleen door de uitputtende dagelijkse stress, maar ook van het lijden en de beproevingen die van tijd tot tijd tot ons komen. Ze zullen komen.
Lijden is onvermijdelijk toegevoegd aan de hartelijke moeheid op weg naar de hemel. Als het komt, wankelt het hart en de smalle weg die naar het leven leidt lijkt onmogelijk moeilijk. Het is moeilijk genoeg om de kracht van je oude auto beproeft te laten worden door een smalle weg en vermoeiende heuvels. Maar wat zullen we doen als de auto het begeeft?
Paulus bad en stelde deze vraag drie keer vanwege de ellende in zijn leven. Maar Gods genade kwam niet in de vorm die hij vroeg. Het kwam in een andere vorm. Christus antwoordde: “Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.”
Hier zien we genade gegeven in de vorm van Christus ondersteunende kracht in onverlichte ellende — een genade gegeven binnen de cirkel van een andere genade geweigerd. En Paulus antwoordde met geloof in de toereikendheid van deze toekomstige genade: “Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen” (2 Korinthe 12:9).
God zegent ons vaak met “gegeven genade” binnen de cirkel van “geweigerde genade.”
Bijvoorbeeld, op een vreselijk warme dag in juli, stopte de waterpomp van onze auto met werken, en 30 kilometer van een stad waren we gestrand op de snelweg in Tennessee.
Ik had die morgen gebeden dat de auto goed zou werken en dat we veilig op onze bestemming zouden komen. Niemand stopte terwijl wij rond onze auto stonden. Toen zei mijn zoon Abraham (die toen ongeveer 11 jaar was): “Papa, we moeten bidden.” Dus we knielden achter de auto en vroegen God om toekomstige genade — hulp in de nood. Toen we opkeken zagen we dat er een pickup truck was gestopt.
De bestuurder was een monteur die ongeveer 30 kilometer verderop werkte. Hij zei dat hij bereid was om onderdelen te halen en de auto te repareren. Ik ging met hem mee naar de stad en kon het Evangelie met hem delen. We waren ongeveer vijf uur onderweg.
Het opmerkelijke van dit verhoorde gebed is dat het kwam binnen de cirkel van een geweigerd gebed. We hadden om een probleemloze reis gevraagd. God gaf ons problemen. Maar midden in de geweigerde genade werd ons genade gegeven. En ik leer om op Gods wijsheid te vertrouwen dat Zijn geven van de genade voor mij het beste is, en voor de monteur en voor het geloof van elfjarige jongens.
We moeten niet verbaasd zijn als God ons wonderlijke genade geeft midden in het lijden waarvan we gevraagd hebben dat Hij het ons zou besparen. Hij weet het best hoe Hij Zijn genade moet verdelen voor ons welzijn en Zijn heerlijkheid.
__