Geloof voor het onmogelijke
____

Overdenking voor 3 juni | Door John Piper | Desiring God

Maar hij werd gesterkt in het geloof, terwijl hij God de eer gaf. Hij was er ten volle van overtuigd dat God ook machtig was te doen wat beloofd was. (Romeinen 4:20-21)

Paulus heeft een speciale reden in zijn gedachten waarom geloof Gods toekomstige genade verheerlijkt. Simpel gezegd is dit de reden: Geloof wat God verheerlijkt is een toekomstgericht vertrouwen op Gods oprechtheid, kracht en wijsheid waardoor alle beloften waar worden.

Paulus illustreert dit geloof met Abrahams reactie op de belofte van God: Dat hij een vader van vele volken zou worden (Romeinen 4:18). “Hij heeft tegen alles in gehoopt en geloofd,” dat wil zeggen, hij had geloof in de toekomstige genade van Gods belofte.  

En niet verzwakt in het geloof, heeft hij er niet op gelet dat zijn eigen lichaam reeds verstorven was – hij was ongeveer honderd jaar oud – en dat ook de moederschoot van Sara verstorven was. En hij heeft aan de belofte van God niet getwijfeld door ongeloof, maar werd gesterkt in het geloof, terwijl hij God de eer gaf. Hij was er ten volle van overtuigd dat God ook machtig was te doen wat beloofd was. (Romeinen 4:19-21)

Het geloof van Abraham was een geloof in de belofte van God dat Hij hem een vader van veel volken zou maken. Dit geloof verheerlijkt God omdat het een beroep doet op alle middelen van God die nodig zijn om deze belofte te vervullen.  

Abraham was te oud om om kinderen krijgen en Sara was onvruchtbaar. En dat niet alleen: Hoe worden een zoon of twee zonen “vele volken” waarvan God zei dat hij vader zou zijn? Het leek allemaal onmogelijk. 

Daarom verheerlijkte Abrahams geloof God omdat het ten volle verzekerd was dat Hij het onmogelijke kon en zou doen.

__