Geloof verdrijft schuld, angst en hebzucht
____

Overdenking voor 12 juli | Door John Piper | Desiring God

Het einddoel nu van het gebod is liefde die voortkomt uit een rein hart, een goed geweten en een ongeveinsd geloof. (1 Timotheüs 1:5)

Geloof in Gods genade verdrijft de zondige krachten uit het hart die de liefde belemmeren. 

Als we ons schuldig voelen hebben we de neiging om ons om te keren in egocentrische depressie en zelfmedelijden, niet in staat om te zien, laat staan te zorgen voor iemand anders in nood. Of we spelen de hypocriet om onze schuld te bedekken waardoor we alle oprechtheid in relaties vernietigen. Of we praten over de fouten van andere mensen om onze eigen schuld te minimaliseren. 

Het is hetzelfde met angst. Als we ons angstig voelen, hebben we niet de neiging om een vreemde in de kerk te benaderen die een woord van welkom en bemoediging zou kunnen gebruiken. Of we wijzen zendingsmissies voor ons leven af, omdat het te gevaarlijk klinkt. Of we verspillen geld aan overmatige verzekeringen, of we worden opgeslokt door allerlei kleine fobieën waardoor we met onszelf bezig zijn en verblind zijn voor de behoeften van anderen. 

Wanneer we hebzuchtig zijn, kunnen we geld besteden aan luxe — geld wat naar de verspreiding van het evangelie zou moeten gaan. We ondernemen niets riskants opdat onze kostbare bezittingen en onze financiële toekomst niet in gevaar komt. We richten onszelf op dingen in plaats van mensen, of we zien mensen als middelen voor ons materiële voordeel.

Geloof in de toekomstige genade geeft liefde omdat het schuld, angst en hebzucht uit ons hart verdrijft.

Het verdrijft schuld omdat het zich vasthoudt aan de hoop dat de dood van Christus voldoende is om de vrijspraak en gerechtigheid veilig te stellen, nu en tot in eeuwigheid (Hebreeën 10:14). 

Het verdrijft angst omdat het vertrouwd op de belofte: “Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt.” (Jesaja 41:10)

En het verdrijft hebzucht omdat het erop vertrouwd dat Christus grotere rijkdom is dan alles wat de wereld te bieden heeft (Mattheüs 13:44).

In elk geval wordt de heerlijkheid van Christus meer vergroot wanneer we meer tevreden zijn met Zijn toekomstige genade dan met de beloften van de zonde. 

__