Logo
Geloof en moeilijkheden


Geloof en moeilijkheden
____

Overdenking voor 25 juni | Door Charles Spurgeon
 

Toen zei de HEERE tegen Jozua: Zie, Ik heb Jericho met zijn koning en zijn strijdbare helden in uw hand gegeven. U, alle strijdbare mannen, moet rondom de stad gaan, de stad één keer rondtrekken. Zo moet u zes dagen doen. (Jozua 6:2–3)

Lees verder Hebreeën 11:29—38.

Deze mannen inspecteerden Jericho. Ze begrepen hoe sterk de muren van deze stad waren. Ze wisten hoe groot de enorme hoekstenen waren en hoe dicht de verheven torens bij de sterren waren. Voor hen lagen altijd moeilijkheden maar in eenvoudig geloof bleven ze om de stad heen gaan.

Soms wordt het de gewoonte om onze ogen te sluiten voor moeilijkheden, dat zal niet helpen. Geloof is niet dwaas, geloof sluit haar ogen niet voor moeilijkheden om vervolgens hals over kop tegen een stenen muur te rennen — nooit. Geloof ziet de moeilijkheid, inspecteert ze en zegt vervolgens, “Met mijn God spring ik over een muur” (Psalm 18:30), en over de muur gaat ze. 

Geloof misbruikt nooit de vlammende “tekenen van de tijd.” Ze gaat nooit zitten om te vertellen dat het openbare publieke gevoel zo veranderd. Ze rekent niet op onderstromen die aan het werk kunnen zijn, die volgens de buurt echt grote impact hebben. Geloof kijkt ernaar en geeft er niet om hoe slecht het er voor staat volgens de berichtgeving.

Als iemand het probleem kan overdrijven, heeft geloof dezelfde nobele geest als een bekend strijder, die toen hem verteld werd dat er duizenden strijders op hem afkwamen, antwoordde, “dan zijn er nog veel die gedood moeten worden.” Zo rekent geloof, meer moeilijkheden betekent meer overwinning. En zelfs onmogelijkheden ziet ze als alleen maar een last die op Hem geworpen moet worden met wie niets onmogelijk is. Ze keert zich niet af van de muren van Jericho.

Ter overdenking: Wandelen door het geloof, niet door wat je ziet (2 Korinthe 5:7) betekent niet dat alles zomaar blind moeten geloven. De Christen hoeft zijn ogen niet te sluiten voor moeilijkheden (Romeinen 8:35,38–39), hij mag ze openen en de hand van de onzichtbare God aan het werk zien (Hebreeën 11:27). Hizkia had goede houding (2 Koningen 19:14–19)

Preek nr. 629
25 juni (onbekende datum)

______________________________