Een volk voor Zijn Naam
____
Overdenking voor 10 mei | Door John Piper | Desiring God
Simeon heeft verteld hoe God voorheen naar de heidenen omgezien heeft om voor Zijn Naam uit hen een volk aan te nemen. (Handelingen 15:14)
Het is nauwelijks mogelijk om de centrale plaats van Gods roem te veel te benadrukken wanneer we kerkelijke zending motiveren.
Toen God de wereld van Petrus op zijn kop had gezet door het visioen van de onreine dieren in Handelingen 10, en door de les van God dat hij zowel naar de heidenen als naar de Joden moest gaan om te evangeliseren, kwam hij terug in Jeruzalem en vertelde hij aan de apostelen dat het allemaal kwam door Gods ijver voor Zijn naam. Dit weten we omdat Jacobus de toespraak van Paulus als volgt samenvatte: “Simeon heeft verteld hoe God voorheen naar de heidenen omgezien heeft om voor Zijn Naam uit hen een volk aan te nemen.” (Handelingen 15:14)
Het is niet verwonderlijk dat Petrus zegt dat het Gods doel is om een volk voor Zijn naam te vergaderen; want de Heere Jezus had hem een paar jaar eerder geraakt met een onvergetelijke les.
Herinner je het, nadat een rijke jonge man zich van Jezus afkeerde en Hem weigerde te volgen zei Petrus tegen Jezus: “Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd [in tegenstelling tot die rijke jonge man]; wat zal dan ons deel zijn?” Jezus antwoord met een milde berisping wat in feite zegt dat er geen ultiem offer is wanneer je leeft voor de Naam van de Zoon des Mensen. “En al wie huizen of broers of zusters of vader of moeder of vrouw of kinderen of akkers zal verlaten hebben omwille van Mijn Naam, die zal honderdvoudig ontvangen en het eeuwige leven beërven” (Mattheüs 19:29).
De waarheid is duidelijk: God streeft met almachtige vreugde naar een wereldwijd doel om voor Zijn naam een volk te verzamelen uit elke stam, taal en natie (Openbaring 5:9; 7:9). Hij heeft een onuitputtelijk enthousiasme voor de roem van Zijn naam onder de natiën.
Wanneer we dus onze genegenheid in lijn brengen met die van Hem, omwille van Zijn Naam afstand doen van onze aardse gemakken en deelnemen aan Zijn wereldwijde doel, dan is Gods almachtige toewijding voor Zijn naam over ons en kunnen we, ondanks veel verdrukkingen, niet verliezen (Handelingen 9:16; Romeinen 8:35-39).
__