Overdenking voor 21 maart | Door Charles Spurgeon
Dienen
Ik moet de werken doen van Hem Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; er komt een nacht waarin niemand kan werken. (Johannes 9:4)
Lees verder 1 Petrus 4:7—11.
Op zichzelf kan ik heel veel goede dingen doen maar ze hoeven niet allemaal mijn levensroeping te zijn. Ik weet dat er veel mensen zijn die denken dat ze moeten gaan preken terwijl ze beter nog een poosje kunnen luisteren. We kennen mensen die cursussen willen leiden terwijl ze ongelooflijk nuttig kunnen zijn in het uitdelen van traktaten. Soms kunnen ze ook zelf nog wel een cursus gebruiken.
We kunnen niet zomaar ons pad van Christelijk dienen kiezen. We moeten het werk doen van Hem die ons gezonden heeft. Het moet ons doel zijn, zeker omdat er zoveel te doen is, dat we erachter komen welk deel van het werk de Meester ons wil laten doen. Ons gebed moet zijn, “Laat me zien wat U wilt dat ik doe. Laat me niet doen wat in het algemeen goed is maar laat me doen wat bijzonder geschikt is voor mij.”
Mijn dienstmeisje denkt misschien dat het goed is om de papieren in mijn studeerkamer te ordenen, maar daar ben ik haar maar een beetje dankbaar voor. Als ze echter ’s morgens vroeg een kop koffie voor me klaargezet heeft, als ik ergens verderop in het land moet preken, dan ben ik haar veel dankbaarder.
Zo denken sommige vrienden, “Wat als ik zo’n positie kon krijgen, als ik maar diaken kon worden, als ik maar verheven zou worden tot die positie.” Ga en doe wat de Meester wil dat je doet. Je zult het beter doen op de plek waar Hij je brengt dan waar je jezelf brengt. Je bent niet eens een dienaar als je zelf zomaar wat uitkiest om te doen.
Ter overdenking: Christenen moeten een vierkant niet in een rondje willen passen. God beslist wie wat doet en wie waar naar toe gaat (Markus 10:37, 40). Maar niet een Christen moet niets doen. Iedere Christen heeft een gave gehad die Hij moet gebruiken (1 Petrus 4:10).
Preek nr. 756
21 maart 1867
__