Dien God niet
____

Overdenking voor 7 mei | Door John Piper | Desiring God

Want de ogen van de HEERE trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen is met Hem. (2 Kronieken 16:9)

Wat zoekt God in de wereld? Hulp? Nee. Het evangelie is geen “Hulp gevraagd” advertentie. Evenmin is het een oproep tot Christelijke dienst.

God zoekt geen mensen die voor Hem werken. “Want de ogen van de HEERE trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen (onberispelijk) is met Hem” (2 Kronieken 16:9).

Wat wil God van ons? Niet wat we verwachten. Hij wijst Israel terecht omdat ze zoveel offers brengen. “Toch hoef Ik uit uw huis geen jonge stier te nemen… want al de wilde dieren in het woud zijn van Mij… Als Ik honger had, Ik zou het u niet zeggen; want van Mij is de wereld en al wat zij bevat” (Psalm 50:9-12).

Maar is er dan niets wat we God kunnen geven zonder dat we Hem zullen kleineren tot de status van een begunstigde? 

Ja. Onze zorgen.

Het is een opdracht: “Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u” (1 Petrus 5:7). God ontvangt graag alles wat onze afhankelijkheid en Zijn algenoegzaamheid laat zien. 

Het Christendom is fundamenteel herstellend. Patiënten dienen hun artsen niet. Ze vertrouwen hen dat ze goede recepten voorschrijven. De Bergrede is het medische advies van de Dokter, niet de functieomschrijving van de Werkgever. 

Ons leven hangt af van het niet werken voor God. “Aan hem nu die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar wat men hem verschuldigd is. Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid” (Romeinen 4:4-5).

Arbeiders krijgen geen cadeaus. Ze krijgen loon. Als we de gift van rechtvaardiging willen hebben moeten we het niet eens aandurven om te werken. God is de Arbeider in deze zaak. En wat Hij krijgt is eer omdat Hij de weldoener is van genade, niet de begunstigde voor onze dienst.

__