Logo
De Vriend van zondaren


De Vriend van zondaren
____

Overdenking voor 29 juni | Door Charles Spurgeon
 

…omdat Hij Zijn ziel heeft uitgestort in de dood, onder de overtreders is geteld, omdat Hij de zonden van velen gedragen heeft en voor de overtreders gebeden heeft. (Jesaja 53:12)

Lees verder Johannes 7:37—52.

Vertrouw Jezus en je bent gered! Buiten op straat staat een drinkfonteintje, als je dorst hebt, ga er dan heen. Als je daar aankomt zul je geen politieagent vinden die je weg zal sturen. Niemand zal roepen, “Je mag niet drinken want je draagt geen satijnen jurk.” “Je mag niet drinken want je draagt een rib jasje.” Nee, ga en drink. En als je een hand vol water naar je mond brengt, en je twijfelt opeens, “misschien voel ik mijn dorst nog niet genoeg,” drink dan toch, of je nou dorst hebt of niet.

Zo zeg ik het tegen jou, Jezus staat als de grote stromende fontein op de hoeken van de straten en Hij nodigt elke dorstige ziel om naar Hem toe te komen om te drinken. Je moeten niet stoppen en zeggen, “Heb ik wel genoeg dorst, ben ik wel vuil genoeg?” Je hebt het nodig, wat je ook denkt. Kom zoals je bent, elke geschiktheid is wettigheid, elke voorbereiding is een leugen, elk klaar maken voor Christus komt van de verkeerde kant. Je maakt het jezelf alleen maar moeilijker als je denkt dat je jezelf beter maakt.

Je bent als die jongen op school die een kleine vlek gemaakt heeft en vervolgens zijn mes pakt om de vlek eruit te krabben, zo maakt hij het nog tien keer zo erg. Laat de vlekken met rust. Kom zoals je bent. Als je de smerigste ziel bent uit de hel, vertrouw Christus, en die daad van vertrouwen zal je reinigen. Dat lijkt makkelijk, maar toch is er niets moeilijker dan om je daarvan te overtuigen. Het is zo moeilijk dat niet een prediker die ooit gepreekt heeft ooit iemand in Christus heeft doen geloven.

Ter overdenking: Zij die met hun geestelijke dorst tot de levende God komen (Jesaja 55:1; Johannes 7:37; Openbaring 22:17) weten waar ze in de toekomst moeten komen om te drinken (Psalm 42:2—3; 63:2; 143:6). Ze hoeven hun dorst nergens anders meer te lessen (Johannes 4:14–15; 6:35).

Preek nr. 458
29 juni 1862

______________________________