De voldoening die zonde verslaat
____
Overdenking voor 21 juni | Door John Piper | Desiring God
En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben. (Johannes 6:35)
Wat we hier nodig moeten zien is dat het de essentie is van het geloof om voldaan te zijn met alles wat God voor ons is in Christus.
Deze verklaring benadrukt twee dingen. Eén is de Godgerichtheid van het geloof. Het zijn niet alleen de beloften van God die ons verzadigen. Het is alles wat God zelf is voor ons. Geloof omhelst God — niet alleen Zijn beloofde geschenken — als onze schat.
Geloof stelt de hoop niet alleen op de eigendommen van de tijd die komt, maar op het feit dat God daar zal zijn (Openbaring 21:3). En zelfs nu, wat geloof het meest ernstig omhelst is niet alleen de realiteit dat de zonden zijn vergeven (hoe kostbaar dat ook is) maar de aanwezigheid van de levende Christus in onze harten en de volheid van God zelf.
Het tweede wat benadrukt wordt in het definiëren van het geloof als voldoening in alles wat God voor ons is, is de term “voldoening.” Geloof is het lessen van de dorst van de ziel bij de fontein van God. In Johannes 6:35 zien we dat “geloven” betekent “komen” naar Jezus om het “Levensbrood” te eten en het “levende Water” te drinken (Johannes 4:10, 14) wat niets anders is dan Jezus zelf.
Dit is het geheim van de kracht van het geloof om de verslavende kracht van de zondige verleidingen te breken. Wanneer het hart voldoening vindt in alles wat God voor ons is in Jezus, is de kracht van de zonde die ons probeert weg te lokken van de wijsheid van Christus gebroken.
__