Logo
De kracht van het gebed


De kracht van het gebed

Door Art Azurdia

En toen het Lam het zevende zegel geopend had, kwam er een stilte in de hemel van ongeveer een half uur. En ik zag de zeven engelen die vóór God stonden en aan hen werden zeven bazuinen gegeven.  En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan. Aan hem werd veel reukwerk gegeven, opdat hij dat samen met de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar vóór de troon zou leggen. En de rook van het reukwerk steeg, met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God. En de engel nam het wierookvat en vulde dat met het vuur van het altaar en wierp het op de aarde, en er kwamen stemmen, donderslagen, bliksemstralen en een aardbeving. En de zeven engelen die de zeven bazuinen hadden, gingen zich gereedmaken om op de bazuin te blazen. En de eerste engel blies op de bazuin en er kwam hagel en vuur, vermengd met bloed, en dat werd op de aarde geworpen. En het derde deel van de bomen verbrandde, en al het groene gras verbrandde. (Openbaring 8:2—7)

Ik merk dat ik door de jaren heen steeds meer rust krijg over mysteries.

Hoe kan God zowel één als drie zijn? Wat voor rekenkunde is dat? Ik weet hoe ik die vraag Bijbels moet beantwoorden. Maar het punt is, dat ik uiteindelijk moet zeggen dat ik er ook niet meer over kan zeggen. Het is een mysterie. En ik ben op mijn reis op een plaats gekomen waar ik daar rust over heb. Ik heb er vrede mee.

Hoe kunnen twee naturen, een goddelijke natuur en een menselijke natuur tegelijkertijd zonder vermenging bestaan in de Persoon Jezus Christus? Ik kan het concept verwoorden, ik kan het vanuit de Bijbel verdedigen maar uiteindelijk kan ik er niet aan beginnen om alle praktische gevolgen daarvan te ontleden.

Hoe kan een God van absolute heiligheid het bestaan van kwaad bepalen in een schepping waarover Hijzelf absoluut soeverein is? Hoe kan een mens volkomen verantwoordelijk zijn voor het verwerpen van het Evangelie van Jezus Christus, als God voor de grondlegging van de wereld besloten heeft wie er verlost zullen worden?

Natuurlijk, lieve vrienden, de Bijbel geeft ons antwoorden op die vragen, maar als we op zoek zijn naar een antwoord wat alle mysterie wegneemt, zul je dat niet in de Bijbel vinden. Integendeel, als je op een antwoord uitkomt wat elke ondertoon van mysterie weggenomen heeft, kun je er zeker van zijn dat het antwoord wat je hebt niet de wijsheid van Gods Woord is. Het zal eerder de logische en rationele gevolgtrekking zijn van mensen.

Waarom zouden we bidden?
Hier een andere vraag van hetzelfde soort. Als God van eeuwigheid alles wat gebeuren moet bepaald heeft, een feit waarvan ik beweer dat de Bijbel dat ongetwijfeld duidelijk maakt, waarom zouden we dan de moeite nemen om te bidden? Waarom bidden we als God soeverein is?

Dat is een werkelijke vraag voor mensen zoals ons, vrienden, gezien onze betrokkenheid tot de soevereiniteit van God hier. Wij geloven toch in de soevereiniteit van God? Zeker, en we schamen ons daar niet voor. Het maakt ons niet verlegen. We verwateren het niet. En we verzachten het niet tot alleen maar de voorkennis van God. We omarmen graag de waarheid van de Bijbel die ons leert dat God volkomen soeverein is en dat er niets gebeurd buitenom het zicht van Zijn goddelijke besluit.

Als dat waar is, waarom bad Don dan vanmorgen? En waarom baden jullie met hem? Waarom ontmoeten de vrouwen elkaar elke dinsdagmorgen om samen te bidden? Waarom ontmoeten de mannen elkaar elke donderdag en zaterdagmorgen om samen te bidden? Waarom ontmoeten de ouderlingen elkaar elke week om voor jullie te bidden? 

Ik bedoel, als alles wat er gebeurt toch al bepaald is door God? De verlossing van de mens. De oorlog met Irak. De diagnose van iemand die ziek is. Een baby met het Downsyndroom. Een leven als single. Waarom zouden we dan al deze moeite doen of ons vertrouwen stellen op het gebed? Als God soeverein is en als Zijn voornemens nooit mislukken, is de handeling van het gebed dan  niet zomaar een gigantische beoefening van nutteloosheid? 

Heb je jezelf dat ooit afgevraagd? Natuurlijk. Zeker als je ooit op een of andere manier serieus met de Bijbel geworsteld hebt. Is het mogelijk om tot een antwoord te komen wat alle mysterie wegneemt? Alleen als we de betekenis van Gods soevereiniteit verkleinen. Maar als je bereid bent om met een beetje mysterie in je Christelijkheid te leven, dan is er een antwoord.

Ik kan je deze morgen drie antwoorden geven die de openbaring van Gods Woord weerspiegelen.

God gebiedt ons te bidden
Waarom zouden we de handeling van het gebed zo hoog achten als God helemaal en op elke manier soeverein is?

Het eerste antwoord is heel eenvoudig. Het is in zekere zin het meest overtuigende antwoord. Dat antwoord is dit, God gebiedt ons te bidden. Wat voor een theologische verfijndheid is dat. Je hoeft geen deskundige te zijn in de Nieuwe Testamentische taal om dat te begrijpen. Het is eenvoudig genoeg, toch?

“Bid zonder ophouden” gebiedt Paulus de Thessalonicenzen (1 Thessalonicenzen 5:17). “Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God” (Filippenzen 4:6). De schrijver van de Hebreeën zegt, “Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade.” “Laten wij tot Hem naderen met een waarachtig hart” (Hebreeën 4:16; 10:22). Jacobus voegt eenvoudig toe, “Bid voor elkaar” (Jacobus 5:16).

Het is een apostolische opdracht, besef je dat? Als je niet bid ben je ongehoorzaam. Zo zou ik door kunnen gaan. Samuel vertelde het volk Israel dat het een zonde was als ze niet zouden bidden.

Mijn vrienden, als je bepaalde theologische ideeën omarmd die op welke manier dan ook het belang van consequent gebed verkleinen, zijn je theologische beweringen onjuist. Het maakt me niet hoe rationeel, logisch of consequent ze voor jou klinken. Het Woord van God gebiedt ons te bidden.

Je zegt, “Maar Art, God is soeverein! God heeft alles wat er gaat gebeuren vooraf bepaald!” Vrienden, ik heb niet beloofd alle mysterie weg te nemen. Maar er zijn antwoorden op de vraag, Als God soeverein is, waarom zouden we dan bidden?

En het eerste antwoord is eenvoudig dit: Omdat de God die soeverein is, ons gebiedt te bidden.

Jezus bad
Het tweede antwoord is misschien nog duidelijker. We moeten bidden omdat Jezus zelf bad. Hij bad zelfs met zo’n frequentie en vurigheid dat men zou denken dat Hij geloofde dat het gebed werkelijk onmisbaar was in het leven. Markus 1 zegt, “En 's morgens vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op, ging naar buiten en begaf Zich naar een eenzame plaats, en bad daar” (Markus 1:35). Het Evangelie van Lukas zegt, “Het gebeurde in die dagen dat Hij naar buiten ging, naar de berg, om te bidden; en Hij bleef heel de nacht in gebed tot God.” En “Hij vertrok naar de woestijnen en bad daar” (Lukas 6:12; 5:16).

Hij bad tijdens zijn doop (Lukas 3:21), voor Hij Zijn discipelen uitkoos (Lukas 6:12), kort voor de wonderbare spijziging (Lukas 9:16), op de berg toen Hij verheerlijkt werd (Lukas 9:29), toen Hij voor het graf van Lazarus stond (Johannes 11:41—42), toen Hij vertelde van het stervende tarwegraan (Johannes 12:27—28), in de hof en in afwachting van de kruisiging (Johannes 18:1; Lukas 22:41–45) en zelfs toen hij aan het kruis hing (Mattheüs 27:33—56).

Waarom bidden we als God soeverein is? Wist Jezus niet dat alles zou gebeuren omdat God het vooraf bepaald had? Natuurlijk wist Hij dat. En geliefden, niemand leerde Gods soevereiniteit duidelijker dan Jezus zelf. Je vind het vast raadselachtig dat je in Gods Woord meer gevallen ziet dat Jezus bad dan iemand anders.

Misschien ontmoedigd een goed beeld van Gods voorbestemming het gebed ook wel niet. Misschien is het tegenovergestelde wel waar, dat een frequent en vurig gebed juist aangewakkerd wordt door een goed beeld van Gods soevereiniteit?

Gebed is effectief
Als God soeverein is, waarom bidden we dan? Omdat God ons gebiedt te bidden, omdat Jezus bad en ten derde omdat het gebed effectief is. Je zegt, “daar ga je weer, je geeft je over aan pragmatisme.” Maar geliefden, dat is geen overgave, het is de waarheid. Het gebed heeft gevolgen. En als dat je Calvinisme aantast, dan zeg ik het nog vriendelijker dat je Calvijn, Edwards of Spurgeon niet gelezen hebt. Belangrijker nog, dan heb je de Bijbel nog niet gelezen. De Bijbel aarzelt niet om de kracht van het gebed te adverteren.

Jacobus zegt, “U krijgt niet, omdat u niet bidt” en hij gaat daarop verder, “Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand.”. Wat denk je daar van. Krachtig en effectief. En dan geeft hij een voorbeeld “Elia was een mens net zoals wij en hij deed een vurig gebed dat het niet zou regenen, en het regende niet op de aarde, drie jaar en zes maanden. En hij bad opnieuw, en de hemel gaf regen en de aarde bracht haar vrucht voort” (Jacobus 4:3; 5:16—18). Het gebed is effectief. Het gebed brengt wat teweeg. Het gebed heeft gevolgen.

Wie leerde dat duidelijker dan Jezus? “Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden. Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden.” Als dat geen uitnodiging, stimulans of motivatie is om te bidden, dan weet ik niet wat het wel is. Vervolgens bouwt Jezus hierop verder met behulp van een argument van klein naar groot. “Of is er iemand onder u die zijn zoon een steen zal geven, als hij om brood vraagt? Of als hij hem om een vis vraagt, zal hij hem een slang geven? Als u, die slecht bent, uw kinderen dan goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven aan hen die tot Hem bidden” (Mattheüs 7:7—11). Daar is het, Hij is snel om te antwoorden. Hij antwoord sneller dan wij kunnen vragen.

Je zegt, “Maar Art, God is soeverein!” En ik zeg, “Amen.” Je zegt, “Maar je begrijpt niet wat ik bedoel, God is toch volkomen soeverein?” Ja Hij is volkomen soeverein. Dit betekend dat je nu moet begrijpen dat de God die het doel bepaald ook het middel tot dat doel bepaald heeft. En het gebed is een middel tot dat doel.

Je zegt dus dat het bepaalde doel niet wordt bereikt als ik het bepaalde middel niet zal gebruiken? Wat ik tegen je zeg is wat Augustinus in een vergelijkbare context zei, “De hel is bereid voor mensen die zulke vragen stellen.” Ik weet het antwoord op die vraag niet. Niemand weet dat antwoord. Als iemand die vraag beantwoord heeft hij het antwoord niet uit de Bijbel. Het kan een logische gevolgtrekking zijn maar ze krijgen het antwoord niet van de tekst, geliefden.

Wat ik zeg is dit, probeer het mysterie niet weg te nemen. We kunnen alleen weten wat God voor ons genoeg vond en geopenbaard heeft in Zijn Woord. En dat is dit, het gebed deelt in de uitwerkingen van Gods soevereine voornemens. En wat er vanmorgen voor ons ligt is een van de meest beeldende en krachtige uitdrukkingen hiervan. Geliefden, als het je niet verschrikt, zal het je verwonderen.

Intermezzo tussen verzegelde en bazuin oordelen
Omdat een aantal weken geleden is, moeten we weer even helder krijgen waar we zijn. We zitten als het ware op de spil die ons uit de serie verzegelde oordelen brengt in de serie bazuin oordelen. Beiden zijn uitdrukkingen van Gods rechterlijke toorn over de ongelovige wereld die ongetwijfeld tot de grote en laatste dag zullen leiden.

Maar wat gebeurt er bij de opening van het zevende zegel? Iets wat helemaal anders is dan bij de voorgaande zes zegels. We zagen het de laatste keer. Het zevende zegel werd geopend en er was stilte. Een pijnlijke voorbode van goddelijk oordeel, kalm te voorschijn komend door het Oude Testament. Dan schrijft Johannes het in vers twee, “En ik zag de zeven engelen die vóór God stonden en aan hen werden zeven bazuinen gegeven.” Zeven bazuinen om een reeks intensievere oordelen aan te kondigen, weet je nog? De verzegelde oordelen hadden een kwart van de geschapen wereld aangetast. De bazuinen brengen nu oordeel over een derde deel van de geschapen wereld.

Maar voor we deze bazuinen afzonderlijk overdenken, waar we komende zondag mee beginnen, wil ik dat je iets bijzonder wetenswaardigs ziet. Let weer op vers twee, “En ik zag de zeven engelen die vóór God stonden en aan hen werden zeven bazuinen gegeven.” Oké, heel eenvoudig. Zeven engelen en zeven bazuinen. Goed, let nu op vers zes, “En de zeven engelen die de zeven bazuinen hadden, gingen zich gereedmaken om op de bazuin te blazen.”

Dat is bijna hetzelfde toch? Zeven engelen en zeven bazuinen. Waarom gaan we niet direct van vers twee naar vers zeven? Vers twee, “En ik zag de zeven engelen die vóór God stonden en aan hen werden zeven bazuinen gegeven…” vers zeven “En de eerste engel blies op de bazuin.” Waarom vers zes wat bijna hetzelfde is als vers twee? Zeven engelen en zeven bazuinen. Omdat, geliefden, in dit literaire ontwerp, de verzen twee en zes het intermezzo omlijsten wat in de verzen drie, vier en vijf verschijnt.

Op zichzelf, en op het eerste gezicht lijken de verzen drie, vier en vijf helemaal niet relevant in hun context. Er zijn zelfs wat meer vrije commentatoren, geliefden, die suggereren dat de verzen drie, vier en vijf niet op de goede plaats staan, ze horen ergens anders. Maar zie je, geliefden, als we ze begrijpen, zittend binnen deze omlijsting dan beginnen we iets te zien van hun essentiële verbinding met de bazuin oordelen die we er direct op volgen.

Vers twee, zeven engelen en zeven bazuinen. Vers zes, zeven engelen en zeven bazuinen. Het enige verschil in vers zes is dat ze zich klaarmaken om ze te laten klinken. Waarom? Om wat er opgenomen is in het intermezzo.

De aangenaamheid van het gebed in het Oude Testament
Als we deze verzen zien en iets van dit intermezzo begrijpen, zullen we twee ontzettend belangrijke dingen begrijpen over de betekenis van ons gebed. Namelijk, de aangenaamheid van ons gebed en de kracht van ons gebed.

Laten we eerst hun aangenaamheid overdenken. Het beeld hier, geliefden, is schitterend. Vers drie, “En er kwam een andere engel…” dat is een andere engel dan de zeven die hiervoor genoemd zijn, “…die met een gouden wierookvat…” soms is het woord vertaald met “vuurpan,” misschien zegt jou vertaling dat. Het was een priesterlijk werktuig in de vorm van een klein schepje. “En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan. Aan hem werd veel reukwerk gegeven, opdat hij dat samen met de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar vóór de troon zou leggen. En de rook van het reukwerk steeg, met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God.”

Wat gebeurt er hier? Iets wat we niet zullen begrijpen zonder zijn Oud Testamentische schaduw(?) We moeten ons dus even verdiepen in de religie van Israël. Een religie die veel te maken had met de tabernakel en de tempel.

Zoals je weet werd de binnenste plaats van de tabernakel aangeduid als het heilige der heiligen. In het heilige der heiligen stond een meubel, weet je nog? De ark van het verbond. Dat was als het ware de troon van God op de aarde. Toegang tot die troon werd voor iedereen verboden. Een dik gordijn diende om alle indringers buiten te houden. Maar een keer per jaar op de verzoendag, Jom Kippoer, ging de hogepriester langs het gordijn in de meest heilige plaats als vertegenwoordiger van het volk.

Maar net buiten het gordijn, in het heilige, stond een meubel, aangeduid als het reukofferaltaar. Elke morgen en elke avond kwam daar een priester die een grote hoeveelheid wierook over de brandende kolen op het altaar goot. Wat gebeurde er dan? Een geurige wolk van rook vormde zich en steeg op naar de hemel. Op dat moment vertrok de priester, langzaam achteruit lopend, zodat hij zijn rug niet naar het altaar of naar de ark van het verbond, net achter het gordijn, zou keren.

Uiteindelijk knielde hij om te bidden. Tegelijkertijd stonden de Israëlieten buiten de tabernakel, elke morgen en elke avond, ze roken de heerlijke geur en knielden op de grond om hun gebed te voegen bij de opstijgende wierookwolk. Wat schitterend, wat een buitengewoon idee! Waar kwam dat vandaan? Was het de innovatie van een creatieve priester? Nee geliefden, het is niet aan ons om uitdrukkingen van aanbidding te bedenken.

Het is niet aan ons om te beslissen hoe we willen aanbidden. God verteld ons hoe we moeten aanbidden. Dit was Gods idee. Dit was Gods ontwerp, Gods voorschrift. Besef je dat het God zelf was die het recept voor deze geurige wierook leverde? Hij wilde zelfs niet dat er iets anders werd gebruikt dan een reukwerk om de gebeden en offers van Zijn volk te begeleiden. Als je er nog iets meer van wilt weten kun je thuis Lukas 1 lezen. Want dit is wat Zacharia deed toen Gabriel naar hem toe kwam met de mededeling dat zijn vrouw Elisabeth Johannes de Doper zou baren.

Wat is dus het doel van het verbranden van dit heilige reukwerk, wat elke morgen en elke avond de gebeden van Gods volk begeleidde? Het was om beeldend het feit te illustreren dat hun gebeden aangenaam waren voor God. Dat hun gebeden aanvaardbaar en bevredigend waren voor God. Maar alleen omdat ze aanvaardbaar en bevredigend gemaakt waren door geurige wierook waar Hij zelf voor gezorgd had. Hoe kon een zondig mens anders een aanvaardbaar gebed aan een heilige God aanbieden? Lees wat de Bijbel zegt over ongelovigen die tot God bidden. Hoe God op zulke gebeden reageert.

De aangenaamheid van het gebed in het Nieuwe Testament
Zie je het, dit is het beeld achter Openbaring 8. Zoals het vaak het geval is, is de hemel hier als de aardse tabernakel of de aardse tempel. De engel lijkt op een manier te functioneren als een tempelpriester. Hij staat voor het gouden reukofferaltaar. Let er op dat vers drie zegt dat hij voor Gods troon staat. Maar hier in de hemel, geliefden, is er geen gordijn. Geen scheiding, geen belemmering, geen beperking. En als het ware giet hij een grote hoeveelheid geurende wierook over de brandende kolen op het altaar. En er wordt ons verteld dat de rook van dit reukwerk samen met de gebeden van alle heiligen tot voor God opsteeg.

Om precies te zijn, is de zin, die de NIV hier vertaald als “En de rook van het reukwerk steeg, samen met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God” meer letterlijk, “En de rook van het reukwerk steeg, met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God”. Het woord “samen” staat niet in het origineel. Dat is een interpretatie en geen vertaling. “Met de gebeden van de heiligen.”

Nu wil ik je niet verliezen. Ik wil je hier niet verliezen omdat er hier een ontzettend belangrijk punt gemaakt moet worden, maar het is een subtiel punt.

Deze korte zin, “met de gebeden van de heiligen” is een constructie in de grondtekst waar grammatici naar verwijzen als een datief van voordeel (naamval). Met andere woorden benadrukt het woord hier niet alleen de tijd, dat is, “De rook van het reukwerk steeg gelijktijdig met de gebeden van de heiligen,” het omvat dat maar het is niet de kern. Ook benadrukt het niet alleen de begeleiding, “De rook van het reukwerk steeg samen met de gebeden van de heiligen” zoals de NIV het vertaald, dat is ook waar maar ook dat is niet de kern. Het idee omvat deze concepten maar het gaat daaraan voorbij om nog meer te zeggen. “De rook van het reukwerk steeg ten gunste, of ten behoeve van de gebeden van de heiligen.”

Met andere woorden verbeterd dit reukwerk hun gebeden. Het verfraait hun gebeden. Het zorgt voor hun aangenaamheid voor God.

Gezien de Oud Testamentische achtergrond, vrienden, wil Johannes dat zijn lezers uit Klein-Azië weten dat hun gebeden aangenaam zijn voor God en dus voor Hem aanvaardbaar zijn. Het meest verbazingwekkende van dit hele tafereel waar Johannes getuige van is, is het kleine zinnetje waar we makkelijk overheen zouden lezen. Kijk nog eens naar vers drie. De engel had een gouden wierookvat en ging bij het altaar staan. En let nu op, “Aan hem werd veel reukwerk gegeven” niet “Hij had veel reukwerk te geven,” “Hij bezat veel reukwerk om te offeren” of “Hij nam wat reukwerk om te offeren.” Nee, het werkwoord is hier duidelijk passief.

“Het is hem gegeven.” Met andere woorden, het was niet van hemzelf. Vrienden, verwar dit niet als je Rooms Katholiek bent geweest. Deze engel functioneerde niet als een advocaat aan de kant van Gods volk, een bemiddelaar, die uit eigen middelen iets bijdraagt aan de aanvaardbaarheid van deze gebeden voor God. Deze geurige wierook was niet van hemzelf, het werd hem gegeven. Wie gaf het hem? Dat zegt de tekst niet. En toch, door heel de Openbaring, meer dan twintig keer, betekend het passieve werkwoord “werd gegeven” altijd dat God zelf de gever is. We noemen dat een goddelijk passief werkwoord. God is de gever.

Besef je wat dat hier betekend? Dit betekend dat God de bron is van deze geurende wierook wat op de beurt van de engel gevoegd word bij de gebeden van de heiligen, om zo te verzekeren dat deze gebeden Hem zullen ontmoeten in Zijn eigen goedkeuring. Dat ze zowel aangenaam als aanvaardbaar zijn voor Hem.

Daarom vraag ik jullie, mijn vrienden, waarom bidden we als het niets meer is dan een nutteloze bezigheid in een fatalistisch universum? Hier handelt God zelf namens Zijn volk om de aanvaardbaarheid van hun gebeden te verzekeren. Ze zijn niet zonder betekenis voor Hem! Ze zijn niet leeg voor Hem! Ze zijn niet waardeloos voor Hem! Ze bereiken geen dove oren! Hij is er niet onbewogen onder met koude emotieloze soevereiniteit. Hij bespot Zijn volk niet en zegt niet, “Oh, hun gebeden gaan nergens over, ze zijn niet belangrijk.”

Integendeel, Hij is degene die ingrijpt om hun gebeden aangenaam te maken. Waarom? Omdat Hij antwoord wil geven. Maar voordat we te ver vooruit lopen, is er een aanhoudende vraag die we nu moeten beantwoorden. Die vraag is, wat is de inhoud van deze gebeden? Is dit gewoon een alomvattend gebed? Mogen we er zelf een betekenis aan geven? Dat denk ik niet.

Als hier het zevende zegel geopend wordt, zien we een altaar in de hemel, toch? Is dit de eerste keer dat we een altaar in de hemel zien? Nee, toen het vijfde zegel geopend werd zagen toch we ook een altaar in de hemel?

Daar stroomde het bloed van de heiligen als het ware van het altaar. Hier zien we hetzelfde altaar waar de gebeden van de heiligen van opstijgen. Het is hetzelfde altaar. Mijn punt is heel eenvoudig. Het gebed dat hier zo aangenaam is voor God, aangenaam gemaakt voor God door God, is het gebed wat de heiligen baden in hoofdstuk 6:10.

Kijk dan, hier is het altaar en we zien met betrekking tot het altaar “de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden. En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen?” (6:10)

Vergeet de Oud Testamentische schaduw(?) niet. Het offeren van het reukwerk, elke morgen elke avond. En de gebeden die gepaard gingen met dat reukwerk gingen elke morgen en elke avond gepaard met het opofferen van een dier. Dit is wetenswaardig, vrienden, de tekst zegt het niet, maar de parallellen in dat verband zijn denk ik heel duidelijk. De heiligen bidden, reukwerk wordt geofferd en dat wat opgeofferd is, is hun eigen leven. En dit alles maakt hun gebed aangenaam voor God.

Je zegt, “Wacht even Art, je legt hier een verbinding op basis van een altaar daar en een altaar hier? Gedeeltelijk, ja. Maar er is meer. Wat ontdekken we als we de bazuin oordelen lezen? De laatste drie bazuinen, en bij implicatie de eerste vier, brengen wee en rechtelijke rampen op een groep mensen die “hen die op de aarde wonen” genoemd wordt (Hoofdstuk 8:13). De mensen die Jezus uitdagen, Evangeliehaters, vervolgers van Gods volk. Mensen die geworteld zijn in dit wereldsysteem.

En dat is nou wetenswaardig in hoofdstuk 8:13. Want wat lazen we net voorafgaand aan hoofdstuk 6:10? Een verzoek dat er recht gedaan zou worden op hen die Gods volk vervolgd en vermoord hadden, namelijk “hen die op de aarde wonen.” Begrijp je mijn punt? De gebeden die hier in hoofdstuk 8 voor God en door God aangenaam gemaakt en opstijgen tot voor God, zijn dezelfde gebeden die in hoofdstuk 6 gebeden worden. Een gebed om rechtvaardig oordeel uit te gieten op hen die de volgelingen van het Lam van God vervolgen.

Dat is het gebed wat aangenaam is voor God. Een gebed voor rechtvaardiging. Een gebed voor recht en gerechtigheid. Recht voor hen die hun leven gaven voor het Evangelie. Voor hen die geleden hebben voor Jezus Christus.

De kracht van onze gebeden
Er is nog een andere observatie die jullie aandacht verdiend, geliefden. Zoals we volgende week zullen zien, herinneren de plagen van de eerste vijf bazuinen ons sterk aan de plagen die God Egypte gaf, voorafgaand aan de uittocht. Weet je het nog? Heb je het boek Exodus pas nog gelezen? Wat ging er vooraf aan de plagen in Egypte? God zegt, “Ik heb duidelijk de onderdrukking van Mijn volk, dat in Egypte is, gezien en heb hun geschreeuw om hulp vanwege hun slavendrijvers gehoord” (Exodus 3:7).

Zie je het patroon? God hoort het geroep van Zijn volk wat vervolgd wordt, als antwoord geeft hij plagen als oordeel. Hier zien we precies hetzelfde. God hoort het geroep van Zijn volk. Het geroep is zelfs aangenaam voor Hem en als antwoord klinken de bazuinen, het oordeel komt.

Je zegt, “Wacht even Art, ga niet meer verder, stop daar. Misschien hoorde ik het niet goed? Ik dacht dat ik je hoorde zeggen dat deze gebeden om de veroordeling van de vervolgers van Gods volk, niet alleen aangenaam zijn voor God maar dat ze werkelijk een rol spelen in de voltrekking van Gods oordeel?” Als je dat gehoord hebt, dan heb je het niet verkeer gehoord. Dat is precies wat ik zei. Dat is precies wat dit zegt. Het gebed in hoofdstuk 6, het gebed voor de veroordeling van de vijanden van Gods volk, is hetzelfde gebed wat God hier zelf in de verzen drie en vier aangenaam en aanvaardbaar maakt.

En dit is het punt, geliefden, het gebed wat God aangenaam en aanvaardbaar maakt zal altijd het gewenste resultaat hebben. We hebben de aangenaamheid van onze gebeden gezien, aangenaam gemaakt door God in de verzen drie en vier. Nu in de verzen vijf en zes zien we de kracht van onze gebeden.

Vers vijf, “En de engel nam het wierookvat en vulde dat met het vuur van het altaar en wierp het op de aarde.” Misschien een herinnering aan het vuur en de hagel die God op Sodom en Gomorra regende?

Volgende week zullen we beginnen te zien dat de oordelen die het gevolg zijn van het blazen op de bazuinen van boven komen en zich naar beneden bewegen. Dat is erg wetenswaardig. We zullen zien dat ze van vurige aard zijn. Het is ongeveer zoals in Ezechiël 10 waar God een ander engelachtig figuur opdraagt zijn handen met vurige kolen te vullen, waarschijnlijk van het altaar, om ze vervolgens over Jeruzalem uit te strooien. Waarom? Om de komende invasie van de Babyloniërs te illustreren die de stad willen vernietigen en verwoesten.

Het wordt daar afgebeeld als vuur wat uit de hemel neerdaalt omdat God wil dat Zijn volk weet dat dit oordeel van Hem komt. Wat zo mooi is aan het tafereel in Ezechiël 10, is dat voorafgaand aan dat hoofdstuk, voordat het oordeel uitgegoten wordt, God al Zijn ware volgelingen verzegeld met een beschermend zegel.

Als we bij Jezus Christus horen, geliefden, wat zien we dan? Wat we door al deze woorden van oordeel en uitgegoten toorn zien is niet iets waar we bang voor hoeven te zijn, niet iets waarvoor we in angst hoeven leven, het vervuld ons met schroom. Vers zeven verteld ons dat we apart gezet zijn met een zegel. We hoeven niet bang te zijn voor dit oordeel. Integendeel, je moet nu zien dat we een essentiële rol spelen in het voltrekken van dat oordeel.

Ons deel in dit gebed
Nadat het gebed aangenaam tot voor God gestegen is nam de engel “het wierookvat en vulde dat met het vuur van het altaar en wierp het op de aarde” (8:5). Zie je dat, daar is dat wierookvat weer, net als in vers drie. En daar is het altaar weer, net als in vers drie. Dat is wetenswaardig. De uitrusting die aan ons gebed verbonden was wordt nu de uitrusting om het oordeel te voltrekken. De verbinding, geliefden, is duidelijk. De uitstorting van Gods bazuin oordelen lijken nu de antwoorden op de gebeden van Gods volk. Met hetzelfde wierookvat neemt de engel het vuur van het altaar en werpt het op de aarde.

En wat wordt er dan in beweging gebracht? “En er kwamen stemmen, donderslagen, bliksemstralen en een aardbeving.” Het is de kosmische aankondiging van het komende oordeel. En nu weten de zeven engelen die in vers twee genoemd worden wat ze moeten doen. Weet je nog, in vers twee, zeven engelen en zeven bazuinen. Als gevolg van de gebeden van de heiligen begint de viervoudige kosmische verstoring. 

Het moment is gekomen. De zeven engelen die de zeven bazuinen hebben maken zich klaar om ze te laten klinken. Ze gaan op hun toegewezen volgorde staan, maken hun lippen vochtig, halen diep adem en heffen de bazuinen naar hun mond. Waarom? Omdat de heiligen voor de voltrekking van het oordeel gebeden hadden.

Gedeeltelijk is dat waar wij om vragen als we bidden volgens het gebed wat Jezus ons zelf gegeven heeft, “Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel, zo ook op de aarde” (Lukas 11:2). Geliefden, is het Koninkrijk van God gekomen in Jezus Christus? Zeker! Wat preekte Hij? “Het Koninkrijk van God is dichtbij gekomen” (Mattheüs 4:17). Het Koninkrijk van God is gekomen in Jezus Christus. Is dat Koninkrijk al volkomen gerealiseerd? Nee. Pas als alle vijanden van God eeuwig veroordeeld zijn. En daar bidden we om waneer we zeggen, “Uw Koninkrijk kome.” Niet alleen de positieve oprichting van het Koninkrijk in al haar volheid, maar ook de straf en de veroordeling van alle mensen die zich tegen Jezus Christus verzetten. “Uw Koninkrijk kome.” Jij bid daarvoor. 

Mijn vrienden, we lezen dit soort dingen en hebben de neiging om het verzachten. We hebben nu eenmaal meer medelijden dan God. We hebben er problemen mee, toch? We lezen door het Oude en Nieuwe Testament en we zien deze jongens daarvoor bidden. We weten dat David een man naar Gods hart was, en toch lezen we het telkens weer dat David vraagt om de veroordeling van Zijn vijanden. We komen bij Nehemia en we weten dat Nehemia een groot man was en we zien hem in hoofdstuk 4 op dezelfde manier bidden. We zien Jeremia vaak op deze manier bidden. Deze grote heiligen bidden om oordeel en rechtvaardiging.

We lezen die dingen omdat het Gods Woord is en omdat het in de Bijbel staat, maar we weten niet wat we er mee moeten, toch? We zijn te verfijnd en hebben te veel medelijden. Vrienden, wil je weten waarom we ons niet in die zaken kunnen vinden? Dat komt omdat wij hier weinig tot niets kennen van het lijden om Jezus Christus in de handen van Zijn vijanden. Ik bedoel, wat maken wij mee? Hier en daar en scheef gezicht? Een afwijzing van een collega? Bespot door de buren? Gepraat achterom onze rug over ons en onze kinderen? Daarom begrijpen we dit niet. 

Ik zal je iets vertellen. Mijn vermogen om zulke dingen te begrijpen veranderde grondig nadat ik naar Nigeria was geweest. Daar ontmoet je die Christenen, je ziet hun trouw aan het Evangelie, je ziet hun toewijding aan Jezus Christus, het enthousiasme van hun aanbidding, de warmte van hun gemeenschap en de offers die ze brachten om Jezus Christus te volgen. Dan ontdek je dat ze verwond worden, dat ze lijden, dat ze vervolgd worden en dat hun kinderen afgeslacht worden omdat ze het Evangelie weigeren te verlaten. Dan begrijp je opeens dat er een plaats is om wraak en rechtvaardiging bij God te zoeken. Het is niets minder dan rechtvaardige uitdrukking van heiligheid.

Niet te zoeken naar wraak en rechtvaardiging is een teken van moreel bederf. We zullen God eeuwig prijzen voor de eeuwige veroordeling van Zijn vijanden. Dat zegt Openbaring 19. Ons probleem is dat we niet rechtvaardig genoeg zijn! We houden te weinig van heiligheid! Want, en ik sta vooraan in de rij, we zijn onze eigen onheiligheid gewend geraakt! En we weten heel goed welke gevolgen die houding heeft.

Zij bidden, God antwoord
Ik weet dat er hier mysterie is. Ik kan alle vragen die nu door je hoofd gaan beantwoorden maar het lijkt, geliefden, dat God mensen dingen geeft waar ze niet om gevraagd hebben. Hij geeft ze of  ze Hem daar nu voor als gever erkennen of niet. Of ze Hem nu ooit als gever erkennen of niet.

“Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen” (Mattheüs 5:45). Maar wat ook overduidelijk is, is dat God sommige dingen niet geeft tot Zijn volk bid en daarom vraagt.

Hier, net zoals de boekrol niet geopend kon worden voordat het Lam het recht daarvoor verworven had door Zijn dood, begrafenis en opstanding, zo klinken deze bazuinen niet voordat alle gebeden van Gods volk de hemel bereikt hebben.

Hier zijn de gebeden van Gods volk nodig voor de ondergang van Gods vijanden. God zal Zijn overwinning op deze wereld behalen in directe gemeenschap met de gebeden van Zijn volk.

Kun je je voorstellen wat voor een troost, wat voor een bemoediging en wat voor een motivatie dat was voor de lijdende Christenen in Klein-Azië? Ze mochten geen handel meer drijven, niet meer werken, ze werden geslagen, gemarteld en gevangen gezet.

Om dit te begrijpen. Om te begrijpen dat hun gebed om wraak en rechtvaardiging zowel aangenaam is voor God en krachtige gevolgen heeft, mijn vrienden, moeten we dit ook begrijpen. Ik kan me niets voorstellen wat meer motiveert, wat het gebed meer aanwakkert en wat groter is dan wat we hier zien.

Als God soeverein is, waarom bidden we dan?

Omdat God ons gebiedt te bidden. Omdat Jezus bad. Omdat, niet zonder mysterie, gebed effectief is. Gebed heeft gevolgen.

Iemand zei, “Gebed is in staat de hand van God te bewegen omdat God van eeuwigheid heeft willen handelen in en door de gebeden van Zijn kinderen.”

Het is zoals ik aan het begin zei, God heeft niet alleen het doel bepaald maar ook het middel tot dat doel.

En daarom, mijn lieve vrienden, stop niet met bidden. Betreur het niet als het lijkt alsof het gebed niets uitwerkt. Gebruik je Calvinisme niet als een excuus om niet frequent en vurig te bidden. Bind je handen niet met touwen van passiviteit omdat je niet alle mysteries op kunt lossen. Ondergraaf ook Gods soevereiniteit niet. Jou gebed deelt in de uitwerking van Gods soevereine voornemen.

De gevolgen van jou gebeden, zo verteld Openbaring 8 ons, zullen leiden tot bepaalde doelen die eeuwige gevolgen hebben.

De verlossing van sommigen. De veroordeling van anderen.

Je gebed is krachtiger dan je denkt. Het is het bepaalde middel voor de vervulling van Gods vooraf bepaalde doel.

“Als u, die slecht bent, uw kinderen dan goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven aan hen die tot Hem bidden” (Mattheüs 7:11).

Wat vraag je van God dat alleen God kan geven zodat wanneer Hij het geeft alleen Hij er de eer voor krijgt? “U krijgt niet, omdat u niet bidt” (Jacobus 4:3).

Zo krachtig is jou gebed. Dit is wat God je geeft in Jezus Christus.

Laten we samen ons hoofd buigen,

Onze Vader, we danken U voor Uw Woord. Vergeef ons, o Heere en God, als we het onnodig complexer hebben gemaakt dan het is. Het is toch eigenlijk zo’n eenvoudige boodschap. En wij, die Uw kinderen zijn, we zijn bemoedigend vandaag. Bemoedigd dat U onze gebeden hoort. Bemoedigd dat U ze aangenaam maakt voor Uzelf. Bemoedigd om te weten dat ze, ja dat ze krachtig zijn! Ze hebben gevolgen. We beseffen, o Heere en God, dat het uitspreken hiervan ons zeker confronteert met mysteries die wij niet kunnen begrijpen of beantwoorden. Maar we zijn bereid met een mysterie te leven.

Vader, we bidden voor hen die geen Christen zijn. We bidden dat ze werkelijk overweldigd worden door het gevoel dat het oordeel op hen gericht is. En we bidden, o Heere en God, dat het besef hiervan hen in de schoot van Jezus Christus zal drijven die hen zal ontvangen!

Dank U Vader voor Uw Woord. Dank U dat U ons toelaat om in Uw heerlijke vooraf bepaalde plan te delen. Een plan wat de overwinning verzekerd!

We bidden dit in Jezus naam,

Amen.

 

Origineel: http://www.spiritempoweredpreaching.com/downloads/203_04.mp3

__