Overdenking voor 20 oktober 2014 | Door John Piper | Desiring God
Bidt u dan zo: Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd. (Mattheüs 6:9)
In het Onze Vader leert Jezus ons dat we eerst moeten vragen dat de Naam van de hemelse Vader geheiligd wordt.
Merk op dat het een bede of verzoek is. Het is geen verklaring (zoals ik jaren dacht). Het is een verzoek aan God om er op toe te zien dat Zijn eigen Naam geheiligd wordt.
Het is als een andere tekst, Mattheüs 6:38, waar Jezus ons vertelt dat we tot de Heere van de oogst moeten bidden dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitzendt. Het blijft me verbazen dat wij, de arbeiders, geïnstrueerd worden om aan de eigenaar van de boerderij, die de oogst beter kent dan wij, te vragen om meer arbeiders toe te voegen.
Maar is dat niet hetzelfde hier in het Onze Vader? Jezus vertelt ons dat we God moeten vragen dat Hij er voor moet zorgen dat Zijn Naam geheiligd wordt, aan God die oneindig jaloers is voor de eer van Zijn eigen Naam.
Het kan ons verbazen, maar daar is het. En het leert ons twee dingen.
Het eerste is dat gebed God niet beweegt om dingen te doen die Hij niet wil. Het is juist Zijn bedoeling dat Zijn Naam geheiligd wordt. Niets staat hoger op Zijn prioriteitenlijst.
Het andere is dat het gebed Gods manier is om onze prioriteiten op één lijn te brengen met Gods prioriteiten. God wil dat grote dingen het gevolg zijn van ons gebed wanneer onze gebeden het gevolg zijn van Zijn grote voornemens.
Breng je hart op één lijn met de jaloezie van God om Zijn Naam te heiligen en je zult met grote kracht bidden. Laat je eerste en allesbepalende gebed zijn voor de heiliging van Gods Naam en je gebeden zullen verbonden worden aan de kracht van Gods jaloezie.
__