Overdenking voor 5 april | Door John Piper | Desiring God

De boeken bij het oordeel

En allen die op de aarde wonen, zullen het [beest] aanbidden, althans van wie de namen niet zijn geschreven in het boek des levens van het Lam Dat geslacht is, van de grondlegging van de wereld af. (Openbaringen 13:8)

De redding is beveiligd voor iedereen die opgeschreven is in het boek van het leven.

Onze redding is beveiligd omdat het boek “Het boek van het leven van het Lam Dat geslacht is” genoemd wordt (Openbaringen 13:8). De namen in dit boek worden niet gered op basis van hun daden. Ze worden gered omdat Christus geslacht is.

Welke rol speelt ons leven, dat in “de boeken” is opgeschreven, in ons oordeel? Het antwoord is dat het boek genoeg bewijs levert van ons horen bij Christus dat ze functioneren als een publieke bevestiging van ons geloof en vereniging met Christus.

Overdenk Openbaringen 21:27: “Al wat onrein is, zal [het Nieuw Jeruzalem] niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.” Hier is het gevolg van het geschreven zijn in het “boek van het leven” niet alleen niet verloren gaan maar ook het niet bezighouden met gruwelen en zonden.

Denk bijvoorbeeld aan de dief aan het kruis. Jezus zei dat hij naar het paradijs zou gaan (Lukas 23:43). Maar wat zal het oordeel voor hem zijn als de boeken worden geopend? Meer dan 99,9% van zijn leven zal zonde zijn. Zijn redding zal beveiligd zijn door het bloed van Christus.

Dan zal God de boeken openen en de lijst van zijn zonden nemen om het ultieme offer van Zijn Zoon te verheerlijken, en Hij zal de laatste bladzijde gebruiken om de verandering in de woorden en houding van de dief aan te tonen. Die laatste bladzijde — de laatste uren aan het kruis — zullen de publieke bevestiging zijn van het geloof van de dief en zijn vereniging met Christus.

Wanneer ik zeg dat datgene wat in de boeken opgeschreven is een publieke bevestiging is van ons geloof en onze vereniging met Christus, bedoel ik niet dat het boek meer goede dan kwade werken zal bevatten. 

Ik bedoel dat daarin de aard van je verandering is opgenomen die de realiteit van je geloof laat zien — de realiteit van de wedergeboorte en de vereniging met Christus. Dat is hoe ik de dag begin, vertrouwend dat mijn veroordeling verleden tijd is (Romeinen 8:3), dat mijn naam in het boek van het leven staat, en dat Degene die in mij een goed werk begonnen is het zal voltooien tot op de dag van Jezus Christus.

__