Logo
De blijdschap van de Man van Smarten


Overdenking voor 8 maart | Door Charles Spurgeon

De blijdschap van de Man van Smarten

U hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid; daarom heeft Uw God U gezalfd, o God, met vreugdeolie, boven Uw metgezellen. Al Uw kleding geurt van mirre en aloë en kaneel, wanneer U uit de ivoren paleizen komt, waar men U verblijdt. (Psalm 45:8—9)

Lees verder Zefanja 3:11—17.

Als Hij ziet dat we elke dag meer op Hem gaan lijken, verheugd Hij zich in ons. Net zoals een beeldhouwer een beeld uit een blok marmer beitelt. Hij haalt er hier een hoekje af, een daar een stukje. Kijk hoe hij glimlacht als hij de kenmerken van de goddelijke vorm tevoorschijn haalt. Zo vindt de Verlosser veel vreugde in ons als Hij ons, door het werk van de Geest, steeds meer op Hem doet lijken.

Een schilder maakt eerst een ruw ontwerp, daarna geeft hij het schilderij hier en daar wat kleur. Sommigen weten niet wat hij aan het doen is. Na vier sessies lijkt het portret nog lang niet op de man die hij wil schilderen. Maar de schilder kan de kenmerken op het doek onderscheiden. Hij ziet het vaag door de mist van nevel en kleur, hij weet dat het niet lang meer duurt voordat de schoonheid door de klodders en vlekken heen zal stralen. Nu zijn alleen de contouren van Zijn beeld nog maar zichtbaar in ons, maar toch ontdekt Jezus Zijn eigen volmaaktheid in ons waar niemand anders het kan zien. Als een machtige Kunstenaar kan Hij het zien. 

Lieve vrienden, Hij verheugd zich in ons omdat we het werk van Zijn handen zijn. We zijn Zijn broeders en broeders moeten zich in elkaar verheugen. We zijn Zijn bruid, en waar vind de bruidegom zijn vreugde dan in zijn bruid? We zijn Zijn lichaam, zal het hoofd niet tevreden zijn met zijn leden?

Wij zijn één in Hem, vitaal, persoonlijk en voor altijd één. Het is daarom geen wonder dat, als we van elkaar genieten, Zijn kleding geurt van mirre, aloë en kaneel wanneer Hij uit de ivoren paleizen van Zijn kerk komt waar men Hem verblijd heeft. 

Ter overdenking: We zien de Heere Jezus Christus nu nog niet, ook zien we niet wat wat wij zullen zijn als we af zijn (1 Johannes 3:2). Maar dat feit moet de vreugde niet drukken (1 Petrus 1:8). Onze Verlosser is volkomen tevreden met de vruchten van Zijn werk voor zondaren (Jesaja 53:11).

Preek nr. 498
8 maart 1863

__