De beloning voor geduld
____

Overdenking voor 28 mei | Door John Piper | Desiring God

Jullie weliswaar, jullie hebben kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden. (Genesis 50:20)

Het verhaal van Jozef in Genesis 37-50 is een grote les. Het leert ons waarom we geloof moeten hebben in Gods soevereine toekomstige genade. 

Jozef werd door zijn broers als slaaf verkocht, dit moet zijn geduld enorm hebben beproefd. Maar hij krijgt een goede baan in het huishouden van Potifar. Dan, als hij oprecht handelt op het ongeplande moment van gehoorzaamheid, liegt de vrouw van Potifar over hem en wordt hij in de gevangenis gegooid — een andere grote beproeving voor zijn geduld. 

Maar weer keert het ten goede en geeft de gevangenbewaarder hem verantwoordelijkheid en respect. Maar net als hij denkt dat hij gratie krijgt van Farao’s schenker, van wie hij de droom heeft uitgelegd, vergeet de schenker hem voor twee jaar. 

Tenslotte wordt de reden voor al deze omwegen en vertragingen duidelijk. Jozef zegt tegen zijn vervreemde broers: “God heeft mij vóór jullie uit gezonden, om voor jullie een overblijfsel veilig te stellen op aarde, en jullie door een grote uitredding in leven te houden… Jullie weliswaar, jullie hebben kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden.” (Genesis 45:7; 50:20)

Wat zou de sleutel zijn geweest voor het geduld van Jozef tijdens al deze lange jaren van ballingschap en misbruik? Het antwoord is: vertrouwen in toekomstige genade — de soevereine genade van God om de ongeplande momenten en de ongeplande gangen te veranderen in het gelukkigste einde denkbaar.

__