Overdenking voor 24 oktober 2014 | Door John Piper | Desiring God
Hij is de afstraling van Gods heerlijkheid en de afdruk van Zijn zelfstandigheid. (Hebreeën 1:3)
Jezus heeft betrekking op God zoals de afstraling betrekking heeft op de heerlijkheid, of zoals zonlicht betrekking heeft op de zon.
Onthoud dat elke analogie tussen God en natuurlijke dingen onvolmaakt is en het zal het beeld vervormen als je het te ver door voert. Maar overweeg bijvoorbeeld:
Er is geen tijd dat de zon bestond zonder de zonnestralen. Ze kunnen niet gescheiden worden. De afstraling is even eeuwig als de heerlijkheid. Christus is even eeuwig als God de Vader.
De afstraling is de heerlijkheid die afstraalt. Het is wezenlijk niet anders dan de heerlijkheid. Christus is God naar voren gekomen als afzonderlijk maar Hij is wezenlijk niet anders dan de Vader.
Dus de afstraling is als het ware in de eeuwigheid verwekt door de heerlijkheid — niet geschapen of gemaakt. Als je een rekenmachine op zonne-energie in het zonlicht zet, verschijnen er nummers op het scherm. Deze, zou je kunnen zeggen, zijn gemaakt of geschapen door de zon, maar ze zijn niet wat de zon is. Maar de stralen van de zon zijn een uitbreiding van de zon. Zo is Christus in de eeuwigheid verwekt door de Vader, niet gemaakt of geschapen.
We zien de zon omdat we de stralen van de zon zien. Dus we zien God de Vader als we Jezus zien. De stralen van de zon komen hier acht seconden na vertrek vanaf de zon aan op de aarde en de ronde vuurbal die we aan de hemel zien is het beeld — de exacte weergave — van de zon; niet omdat het een schilderij is van de zon maar omdat het de zon is die zijn afstraling laat stromen.
Ik beveel je deze grote Christus aan, dat je op Hem zult vertrouwen, Hem lief zult hebben en Hem zult aanbidden. Hij leeft en Hij zit aan de rechterhand van God met alle macht en gezag en op een dag zal Hij komen in grote heerlijkheid. Hij heeft die verheven plaats omdat Hij God de Zoon is.
__