Breng alles bij Mij
____

Overdenking voor 1 juni | Door Charles Spurgeon
 

Maar zij zeiden tegen Hem: Wij hebben hier niets dan vijf broden en twee vissen. Hij zei: Breng ze hier bij Mij. (Mattheüs 14:17—18)

Lees verder Romeinen 12:1—8.

Het is de eerste plicht van de gemeente om haar middelen bij Christus te brengen, ook als ze denkt dat ze ontoereikend lijken voor het werk. Maar hoe zal ze haar middelen brengen? Ze moet ze onder andere naar Christus brengen in toewijding.

Een broeder zegt, “Ik heb maar een klein beetje geld gespaard!” “Maakt niet uit,” zegt Christus, “breng wat je hebt bij Mij.” “Oh,” zegt een ander, “ik heb maar weinig tijd om goed te doen.” “Breng het bij Mij.” “Maar,” zegt iemand anders, “ik heb nog zo weinig kennis, ik kan niet goed spreken.” “Breng het bij Mij.” “Oh,” zegt weer iemand anders, “ik kan alleen lesgeven op de zondagsschool.” “Breng het bij Mij.” “Oh,” zegt een ander, “ik weet niet of ik dat kan doen, ik kan alleen maar traktaatjes uitdelen.” “Breng het bij Mij.”

Elk talent in de gemeente moet bij Christus gebracht worden en aan Hem worden toegewijd. En let hierop — ik zeg iets moeilijks wat sommigen van jullie niet kunnen aannemen — alles wat je in deze wereld hebt wat niet gewijd is aan de zaak van Christus, roof je van de Heere. Elke ware Christen gaf alles wat hij had toen hij zichzelf aan Christus gaf. Hij noemt niets wat hij heeft van zichzelf, het is allemaal van zijn Meester. We zijn niet trouw aan de zaak van de Meester totdat dat zo is. 

“Wat? Moeten we dan niet voor onze gezinnen zorgen?” Ja, maar dat doet God. “Moeten we niet voor onszelf zorgen?” Ja, zolang je niet hebzuchtig bent. Vergeet niet, het is de taak van de Meester om voor je te zorgen. Als Hij voorziet door je eigen inspanningen doe je het werk van je Meester en ontvang je Zijn gift want het is Zijn werk om voor jou te voorzien. Maar er moet altijd een volkomen toewijding zijn van alles wat je hebt aan Christus. Waar je toewijding eindigt, eindigt ook je eerlijkheid tegenover God.

Ter overdenking: Zes dingen die je aan God moet toevertrouwen: Je doel (Job 5:8), je zelf (Psalm 10:14), je geest (Psalm 31:6), je wegen (Psalm 37:5), je werken (Spreuken 16:3) en je ziel (1 Petrus 4:19). Heeft Hij dit allemaal? Hij weet waarom we alles aan Hem toevertrouwen (2 Timotheüs 1:12).

Preek nr. 453
1 juni 1862

__