Logo
Bidden is voor zondaren

 

Bidden is voor zondaren
____

Overdenking voor 9 juni | Door John Piper | Desiring God

 

“Heere, leer ons bidden.” (Lukas 11:1)

God beantwoordt het gebed van zondaren, niet van perfecte mensen. En je kunt volmaakt verlamd raken in je bidden als je jezelf niet richt op het kruis om dit te realiseren. 

Ik kan je een groot aantal Oudtestamentische teksten aanwijzen waar God de roep van Zijn zondige volk hoort. Bij wie deze zonden hen in de problemen brachten waaruit ze roepen om bevrijding. Bijvoorbeeld: Psalm 38:4 en 15; 40:12-13; 107:11-13. Maar ik laat je het op twee manieren zien in Lukas 11.

In deze versie van het Onze Vader (vers 2 tot 4) zegt Jezus: “Wanneer u bidt, zeg dan” en dan zegt Hij in vers 4: “En vergeef ons onze zonden.” Dus als je het begin van het gebed met het midden verbind zegt Hij: “Wanneer u bidt, zeg dan… vergeef ons onze zonden.”  

Ik neem aan dat dit betekent dat dit net zo goed deel moet uitmaken van ons gebed als “Uw Naam worde geheiligd.” Dit betekent dat Jezus verondersteld dat we vrijwel elke keer om vergeving moeten vragen als we bidden. 

Met andere woorden, we zijn altijd zondaren. Niets wat we doen is volmaakt. Zoals Maarten Luther het zei op zijn sterfbed: “Het is waar, we zijn bedelaars.” Het maakt niet uit hoe gehoorzaam we geweest zijn voordat we bidden. We komen altijd tot God als zondaren — iedereen. En God wendt zich niet af van het gebed van een zondaren als ze zo bidden. 

De tweede plek waar ik deze les zie, is in vers 13: “Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden?” 

Jezus noemt Zijn discipelen “slecht.” Dat is vrij krachtige taal. Maar Hij bedoelde niet dat ze buiten Zijn gemeenschap stonden. Hij bedoelde niet dat hun gebeden niet verhoord konden worden. 

Hij bedoelde dat zo lang deze gevallen tijd duurt, zelfs Zijn discipelen alles doen met een slecht verbogen manier die alles wat ze doen aantast, maar het weerhoud hen er niet van veel goed te doen. 

We zijn tegelijkertijd slecht en verlost. We zijn geleidelijk ons kwaad aan het overwinnen door de kracht van de Heilige Geest. Maar de oorspronkelijke corruptie is niet uitgewist bij onze bekering. 

We zijn zondaren en we zijn bedelaren. En als we zonde herkennen, bestrijd het, klamp je vast aan het kruis van Christus als onze hoop, dan zal God ons horen en onze gebeden beantwoorden.

 

__