Logo
Ben je uitgekozen?


Ben je uitgekozen?
____

Overdenking voor 9 juli | Door Charles Spurgeon
 

Sta op, zalf hem, want deze is het. (1 Samuel 16:12)

Lees verder Psalm 23:1—6.

Ik heb hard gewerkt om jullie op de voorrechten van een sterk geloof te wijzen. Ik heb jullie verzocht te streven naar de volle zekerheid van het geloof. Maar nooit spreken deze lippen een woord of lettergreep tegen de heilige voorzichtigheid die een breed onderscheidt maakt tussen vermoeden en zekerheid.

Echt waar, voorrecht zonder voorschrift leidt tot oververzadiging en loomheid in Gods volk. Wat we af en toe willen, is geen belofte maar een krachtig, brandend woord van zelfonderzoek. We houden misschien niet van de smaak, maar het zal in onze ziel geestelijk goed brengen wat duurzamer is dan wat zoet comfort ons kan brengen.

Onderzoek jezelf hiermee, lieve vrienden. Ik vraag niet of je hart volmaakt is, dat is het niet. Ik vraag niet of je hart ooit afdwaalt, die neiging heeft je hart. Maar ik vraag je dit, rust je hart op Jezus Christus? Is het een gelovig hart? Mediteert je hart op de dingen van God? Vind het daar haar beste troost? Is je hart een nederig hart? Wordt je gedwongen alles toe te schrijven aan soevereine genade? Is je hart een heilig hart? Verlangd het naar heiligheid? Hou je van heiligheid? Is je hart moedig voor God? Looft je hart God? Is het een dankbaar hart? Is het een hart zich volledig richt op God en ernaar verlangd nooit meer af te dwalen?

Zo ja, dan zijn dat kenmerken dat God je heeft uitgekozen. Zoek hiernaar en voeg aan je zoeken dit gebed toe, “Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten. Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg” (Psalm 139:23—24).

Ter overdenking: Eerder in deze preek illustreerde Spurgeon de kenmerken van de uitverkiezing aan de hand van Psalm 23: een gelovig hart (v.1), meditatief (v.2), nederig (v.2—3a), heilig (v.3b), moedig (v.4), tevreden en dankbaar (v.5) en standvastig (v.6). Herken je die kenmerken in je leven?

Preek nr. 638
9 juli 1865

______________________________